woensdag 29 maart 2006

ONZE EUROPESE DWEIL

BL Commentaar 29 maart 2006 * Elsbeth Etty

door Tom Zwitser

De dweil van het NRC Handelsblad, Elsbeth Etty, heeft altijd een sopje paraat. Ook nu een Italiaanse minister met
duidelijke woorden iets over de Nederlandse euthanasiezaken heeft gezegd.

Deze meneer vergeleek het Nederlandse euthanasiebeleid met Nazipraktijken - een op zichzelf beschouwd fris inzicht en voor Etty fris
genoeg om hem een fundamentalist en extremist te noemen: “Als dat geen beledigen en haat zaaien is, dan weet ik het ook niet meer.” Hij
zou volgens haar oproepen tot vernietiging van de in ons land bestaande rechtsorde.

Daarop zeg ik: graag! en met die vernietiging, mogen ook de abortuswetgeving, artikel 1 en enkele andere destructieve wetten en
grondregels geschrapt worden. Vervolgens laten we ons door deze italiaan adviseren over de wetten die ervoor in de plaats komen.

Volgens Etty zijn de uitspraken een aanval op Europese waarden. Welke Europese waarden bedoelt ze? De nieuw waarden die we de laatste
20 jaar hebben ingesteld, of de oude waarden die vervangen zijn? Wat is er Europees aan abortus en euthanasie waar men alleen al in
Polen, Italie en Ierland van gruwelt? Wat bedoelt Etty dan met Europees? Zijn dat goed opgeleide Franse studenten die graag een partijtje
stenen mogen gooien na afloop van de colleges op het schoolplein van de Sorbonne? In de Verenigde Staten worden dit soort tuig met
onmiddelijke ingang de studiebeurzen ontzegd en de campus afgeschopt. Daar heeft men nog enig besef van hoe de elite zich dient te
gedragen.

Laten we een voorstel doen en zeggen dat Etty de nieuwe waarden verdedigt tegenover de italiaan Giovanardi die de oude (ook religieuze)
waarden verdedigt.

Waar de Nederlandse euthanasiewetgeving volgens Etty's nieuwbakken extremist Giovanardi gebaseerd is op ideeën van Hitler - welke
ideeën zouden dat kunnen zijn? Want wanneer de misverstanden in Italië over de Nederlandse kindersterfte uit de weg zouden zijn geholpen
door het kabinet (aldus het NRC-redactioneel), zou er dan nog sprake zijn van Nazipraktijken? Voor Elsbeth Etty, zoals bleek, uiteraard
niet.

Het sopje waarmee ze een katholieke overtuiging ijverig van het schoolbord sopt is - helaas voor haar - niet fundamentalisme-proof. Alles
wat de nieuwe Europese waarden in de weg staat is weliswaar beledigend, haat zaaiend en een bedreiging voor de rechtstaat, maar nu
vraag ik me af door wie de oude Europese waarden ooit bedreigd en tot de ondergang gedoemd werden. Juist: door de nieuwe. Waren die
destijds (en nu nog) ook beledigend en haat zaaiend? Wel, het waren in ieder geval de toenmalige Europese waarden die bedreigd en zo
goed als uit de weg geruimd werden in de 19e en 20e eeuw. En laat dat nu net gebeurd zijn door bijvoorbeeld secularisering, rationeel
extremisme en door liberale idioten (sorry, moet natuurlijk zijn: andersdenkenden), die zelfs het kerkelijk instituut van binnenuit hebben
leeggevroten.

Wanneer Etty’s waarden de huidige Europese waarden zijn, mag het van mij gebeuren dat ze om zeep geholpen worden, maar nu ten
gunste van de oude waarden die - gelukkig - nog her en der in Europa leven. Het oude Europa is niet dood en flakkert soms nog op, zoals in
een Italiaanse minister. En als Etty een beetje historisch besef had, dan zou ze weten dat het voor iemand uit het oude Europa niet uit
maakt of het door Hitler of door de liberale maatschappij met de totale uitdelging bedreigd wordt. Allebei zijn ze levensbedreigend voor de
Oud-Europese werkelijkheid van familie, historie en religie. Daarom moeten beide bestreden worden. Dat strekt Giovanardi tot eer!

Wanneer de oude Europese waarden werkelijk fundamentalistisch zijn, zal het oude Europa niet sterven. Waarden die sterven zijn waarden
die afhangen van publieke opinie, tendens-journalistiek en massahysterie. Hiervoor is een sopje afdoende. Deze psuedowaarden maken wel
veel kapot, maar niet alles. Om fundamentele waarden uit te wissen zijn 100 dweilen nog niet genoeg, laat staan dat de opinie in een natte
krant als het NRC er iets aan verandert.

Het is not done om met fundamentalisten en extremisten te praten, anders zou het NRC Handelsblad zich nog enigszins kunnen redden
door de Italiaanse minister uit te nodigen voor een aardig debat over de kwestie. Maar, zal Etty wel zeggen: men onderhandelt niet met
extremisten...

Links

Het kan zijn dat voor de volgende links inlogcodes vereist zijn:
Elsbeth Etty met "Ecclesia Militans" in het NRC Handelsblad d.d. 28 maart 2006
Redactioneel met "Italiaans Affront" in het NRC Handelsblad d.d. 20 maart 2006

Lees verder...

vrijdag 24 maart 2006

DIJKSMA'S RENDEMENT

BL Commentaar 24 maart 2006 * Werkende vrouwen

door Tom Zwitser

Het nieuwste speeltje van een landelijke politica is het volgende voorstel: afgestudeerden moeten werken en wanneer ze
niet werken, moeten ze net als de werkenden hun studiefinanciering terug betalen. Ze argumenteert namelijk dat de
samenleving investeert in talent, maar deze investering ook wil terugzien.

Daarmee zouden bijvoorbeeld fulltime moeders die gestudeerd hebben en waarvan de samenleving de investering niet terug zouden
verdienen, zelf voor de kosten moeten opdraaien. Aldus Tweede-Kamerlid voor de PvdA, Sharon Dijksma. ‘Want’, zo zegt ze zelf op haar
website, ‘het is natuurlijk jammer dat vrouwen, maar netzo goed mannen, hun opgedane kennis niet in praktijk kunnen brengen.’ Ze wil dat
mensen die er bewust voor kiezen om niet te werken hun studiefinanciering terug betalen.

Nu heeft Sharon Dijksma een probleem; ze weet blijkbaar niet hoe de studiefinanciering in elkaar zit, al is dat in grote lijnen vrij simpel: De
studiefinanciering is in het verleden, onder het voorwendsel dat de hoogopgeleiden het later met een goed salaris makkelijk kunnen
terugbetalen, van een studietoelage omgezet in een lening. Nu het volledig een lening is, wordt achteraf een deel in een gift omgezet
wanneer de student niet langer dan 10 jaar studeert. De rest moet worden terugbetaald, evenredig naar de eigen draaglast over maximaal
25 jaar na het afstuderen. Welk bedrag daarna nog openstaat, wordt kwijt gescholden. Met andere woorden; het wil vreemd lopen wanneer
je niet het grootste deel terugbetaalt.

Uiteraard was dit destijds voor studenten een omstreden beslissing, die alleen kon worden genomen met de verzekering dat de
afgestudeerde later naar eigen draaglast de lening moesten terug betalen. Zoals ik net al aangaf, is het hoger onderwijs niet synoniem aan
een goed betaalde baan. Wanneer de studietoelage met deze reden is omgezet in een lening, is het opmerkelijk dat de volgende stap volgens
mevrouw Dijksma moet zijn dat mensen die voor ouderschap kiezen of misschien het klooster intrekken, toch hun lening moeten terug
betalen. Dijksma’s maatschappij heeft zo niks aan hun ‘talent’.

De samenleving mag dan wel in talent investeren middels onderwijs, maar wanneer een eventuele baan niet ligt in de lijn van de studie, is er
dan wél sprake van wederkerigheid? Krijgt de samenleving dan wél terug waarin ze geïnvesteerd heeft? In financieel opzicht wel, maar niet
in de vorm van het ontwikkelde talent zelf. Wanneer Dijksma’s argument opgaat, namelijk de investering in talent, dan moet ze er ook op
toezien dat de samenleving wel het ontwikkelde talent van gepast werk voorziet en niet iets heel anders. Of mag dat ook van haar:
geschiedenis studeren en vuilnisman worden? Of zou ze dit, net als ik, een absurd gevolg van haar argument vinden waaruit gelijk blijkt dat
het haar helemaal niet te doen is om talent en opgedane kennis? Als het haar om het ontwikkelde talent te doen is, dan zorgt ze ook maar
dat iedere afgestudeerde ‘iets’ vindt in zijn vakgebied. Dan heeft de maatschappij iets aan de ontwikkelde talenten en kennis en kan de
persoon in kwestie in alle rust de lening afbetalen. Maar, uiteraard is het haar niet werkelijk om het talent te doen, noch om de in de studie
opgedane kennis, maar alleen om het geld.

Want voor een groot deel van de afgestudeerden bij bijvoorbeeld geschiedenis, maar ook vele andere studies is het niet vreemd om
genoegen te moeten nemen met iets ‘heel anders’. Bij bedrijfskundigen, juristen en medici ligt dat niet zo moeilijk. De meeste van de
afgestudeerden in deze studies hebben weinig problemen met het vinden van een passende baan, en, wanneer ze kiezen voor een gezin zijn
de financiële mogelijkheden er meestal ook wel.

Kennelijk is voor Dijksma deelname aan de economie de enige legale bijdrage aan de samenleving. Een constructieve bijdrage aan het
voortbestaan van de samenleving door een gezin te verzorgen en daar optimaal in willen investeren is blijkbaar iets wat hooguit ‘lof’
verdient, maar dat vanuit de overheid alleen maar met kinderopvang moet worden beloond. Dit ziet Dijksma als steuntje in de rug voor de
moeders. Het is zo langzamerhand wel duidelijk dat knutselconstructies voor de kinderopvang niet bepaald een constructieve bijdrage aan
een gezond gezin zijn. In plaats van investeringen in een waardeloze managerscultuur zou de overheid wel wat meer mogen investeren in
het bijeenhouden van het gezinnen. Want als er een instituut van de samenleving investering en restauratie nodig heeft, dan is het de familie
wel.

Deze voorgestelde maatregel van Dijksma is de zoveelste afbraakpoging in de afgelopen decennia van familie en het gezin. Zo
langzamerhand is wel duidelijk dat een gezonde opvoeding niet tot stand komt in de kinderopvang, maar alleen in een compleet
familieverband. En zo langzamerhand is ook wel duidelijk dat het de overheid niet te doen is om investering in onderwijs zonder meer,
maar in het winstgevend maken van de studiefinanciering. Het lijkt wel alsof het hoger onderwijs halfslachtig geprivatiseerd wordt. Nu
gaat het nooit goed wanneer een non-profit instituut moet doen alsof ze geprivatiseerd is, maar ook niet wanneer ze moet doen alsof het
heel slecht is dat ze geld kost. Door al dit gerommel met alles wat er in het hoger onderwijs besloten en veranderd wordt, wil ik voorstellen
om dan ook maar gelijk het universitaire onderwijs consequent te hervormen, deels naar Amerikaans model. Universiteiten moeten
gesponsord worden en dat geldt ook voor de studenten die allerlei studiebeurzen kunnen krijgen. Privé-fondsen en overheidsfondsen zorgen
voor studiebeurzen. Bepaalde bedrijven sponsoren bepaalde studies. Studies die weinig winstgevend zijn voor het bedrijfsleven worden door
een kleine buffer van de overheid opgevangen. Zo voorkomen we tegelijk de leegloop van academisch onderzoekstalent naar Amerikaanse
universiteiten. Minder winstgevende studies moeten met een helder en duidelijk overheidsbeleid behouden worden.

Sharon Dijksma! Wanneer het gaat om geld, zeg dat dan, en schuif het verhaal niet af op ‘ontwikkelen van talent en toepassen van
opgedane kennis’. En wanneer we het er allebei over eens zijn dat het hoger onderwijs een draak van een systeem is, wees dan dapper, bijt
op de tanden en hervorm het hele hoger onderwijs! En pak ook direct de ondoorzichtige brei van machtige bestuursmannetjes aan, die de
hele universitaire wereld in hun zak hebben

Lees verder...

zaterdag 18 maart 2006

FUNWORLD

bitterlemon.eu - FUNWORLD

een column, door Tom Zwitser, 18 maart 2006

Waar jongens als Harry Mulish in hun jeugd Chemische Jongensclubs oprichten, had ik in die jaren het lumineuze idee om een politieke
partij op te richten genaamd Groningen Overdekt. Het leek me schitterend; altijd 25 graden, nooit meer regen, behalve uit de tuinsproeier.
Je kunt mensen buiten de stad houden die er niks te zoeken hebben etc. Van die partij, noch van het overdekte paradijs is het ooit gekomen.
Ik heb leren leven in een Groningen in de open lucht. Maar niet overal ter wereld is men tot leven in de open lucht in staat.

In de Canadese stad Edmonton staat het grootste volledig overdekte winkelcentrum ter wereld. Dit winkelcentrum biedt onderdak aan
meer dan 500 winkels, aan het Waterpark, een golfbad met 10 glijbanen, pretpark Galaxy Land, een groot indoor activiteitenpark, een
ijsbaan voor ijshockey en kunstrijden, het Fantasylandhotel met verschillende themakamers, en tot slot een bioscoop.

In het winkelcentrum wordt drugs gedeald en is er een ondergronds circuit annex bende, genaamde de Mallrats. Sommigen van deze rats
kunnen in tijden van grote nood naar de inpandige kerk van het winkelcentrum. Daar worden ze opgevangen, ‘bekeerd’ en van hun
verslaving afgeholpen. Tevens kan men in de kapel trouwen, terwijl men in het hotel of het pretpark de bruiloft viert. In het winkelcentrum
brengen ook grote kolonies ouderen van dagen de tijd door. Ze zouden er graag willen wonen, al is dat (nog) niet mogelijk. Veel ouderen
komen af op de aangename temperatuur en ze kunnen er kilometers lopen om in de beweging te blijven.

Zo’n complete wereld onder een dak en achter deuren is in Nederland niet denkbaar. Althans het schijnt niet denkbaar te zijn. Want waar
men elders in de wereld aan toe is, daar denkt men ook in Nederland over na. De wereld van 24 uur shoppen temidden van alle attracties in
een immer behaaglijke temperatuur is ook in Nederland niet ver meer. Voor de wet mag elke stad die zich een “toeristische
aantrekkingskracht” toedicht elke zondag de deuren open houden. En net als in de West-Edmonton Mall gaan hier attractie en winkelen
hand in hand. Deze verbintenis is bij wet vastgelegd. Waar we ons “toeristisch” kunnen vermaken, daar moeten ook alle middenstanders
komen opdraven, wanneer ze hun handel aan de gang willen houden.

Een stad als Almere heeft zich, om de winkels op zondag open te krijgen, op die “toeristische aantrekkingskracht” beroepen omdat ze
volgens zichzelf beschikken over ‘hotels en campings, jachthavens en stranden, natuurschoon, musea en moderne stadsarchitectuur’. Het
verbaast me nog dat ze de winkels zelf niet hebben aangevoerd als een toeristische aantrekkingskracht. Me dunkt, als Almere toeristisch
aantrekkelijk is, wat betekent deze wet dan nog? Dat betekent niet dat de winkels onder zeer bepaalde voorwaarden op zondag open
mogen, nee, dat betekent juist, dat winkels onder zeer bepaalde voorwaarden gesloten moeten blijven. En nee, dat betekent niet dat er
bepaalde plaatsen zijn waar we ons mogelijk kunnen amuseren, maar dat betekent dat onze pret- en amusementscultuur in principe elke
denkbare plaats in beslag kan nemen. Het moet overal kunnen, en is het ergens niet, dan is dat een uitzondering, een abnormaliteit. De
agressie van deze cultuur is grenzeloos. Het erkent geen grenzen.

Het gaat een beetje ver om te concluderen dat het dus in een Edmontonse toestand uitmond, maar het geeft zeker te denken dat hier
dezelfde combinatie naar voren komt. En het is überhaupt merkwaardig dat in een land waar de laatste decennia en heuse pretcultuur is
ontstaan, daar ook een heuse shoppingcultuur bestaat. Want de grote nadelen van die laatste hebben voor een nieuw fenomeen gezorgd:
een Nederlands instituut voor koopverslaving. Men onderzoekt en behandelt in dit instituut koopverslaafden. Is 2 tot 8 procent van de
Amerikanen koopverslaafd, men gaat ervan uit dat in Nederland evenveel mensen koopverslaafd zijn. Deze getallen zijn geen
randverschijnselen meer. Het is inherent aan deze cultuur. Voor shopaholics is winkelen niet meer een pleziertje, maar een impuls die niet
te weerstaan is. Schulden, depressies, relatieproblemen en koopobsessies zijn het gevolg. Met andere woorden: wanneer de pret en
amusementscultuur elke denkbare plaats in de wereld in beslag kan nemen, dan neemt het ook de mens zelf in beslag.

Wanneer de hele wereld meer en meer gereduceerd wordt tot shoppen en amusement, dan komt er vanzelf een moment dat er een wereld
gecreëerd wordt waarin we slechts nog kunnen shoppen en ons kunnen amuseren in ontelbare attracties. Voor de momenten dat we elke
attractie al een keer gehad hebben, kunnen we onze pretverveling even van ons afzetten in de kapel, en daar tegelijk de nadelige
verschijnselen aanpakken; we kijken eens vergevingsgezind naar de pasbekeerde mallrat en kopen vervolgens ons schuldgevoel af met een
bijdrage in de collectebus of laten die via creditcard afschrijven. Het is allemaal net echt, want wat mist er nog?

Lees verder...