maandag 9 maart 2009

Het geheim van de bisschoppen

Er schijnt iets van een geheime dienst te bestaan die speciaal ter beschikking staat van de bisschoppen van Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Nederland. Niet alle bisschoppen in deze landen maken er gebruik van, maar die dat wel doen beschikken over pikante informatie.

Zo menen vele bisschoppen uit deze vier landen te weten dat de broederschap van St.Pius X antisemitisch en rascistisch is en ze willen ons dat op het hart drukken. We zouden haast denken dat het in de statuten van de broederschap staat, maar ja, daar komen wij niet achter want die statuten zijn zo geheim dat niemand het bestaan ervan kon vermoeden. Uitgezonderd de bisschoppelijke inlichtingendienst. Er is zelfs een Nederlandse bisschop die “dat onfrisse groepje” met droge ogen verwijt dat ze “weerzin tegen de Islam hebben”. En die weerzin tegen de Islam is waarschijnlijk de druppel die de met 'racisme' gevulde emmer doet overlopen. Sinds Benedictus XVI november 2006 in de Istanbul de Koran kustte, moet iedere katholiek die weerzin tegen de Islam heeft blijkbaar de genade van de Kerk onthouden worden. Gelukkig zijn er tot trots van deze bisschoppen nog vele katholieken die zeker niet tegen de Islam zijn en die zeker niet willen dat Joden zich eventueel zouden bekeren tot het katholicisme. Voor de bekering van deze laatsten mag nog steeds niet gebeden worden. Want de wens dat een Jood zich zou bekeren zou zeker weer een zonde tegen de godsdienstvrijheid zijn, maar is wellicht ook antisemitisch.

Samir Khalil Samir, een Egyptische priester in Libanon, formuleert deze schizofrenie zo: “In het verleden reisden we de oceaan over om moslims te bekeren en dat was misschien schier onmogelijk. Maar nu woont de moslim in mijn eigen land, is hij mijn buurman en we doen helemaal niets.” Men mag er zelfs niet meer voor bidden want dat ‘verstoort de dialoog’ met de moslims (i.c. dan worden ze boos). Pardon, oh eh, we doen dus wel iets? We onderhouden de dialoog met de Islam? Ja kijk, dan begrijp ik het verkeerd; er is wel een dialoog maar niet met de bedoeling ze te bekeren. Aha, mag ik het dan zo formuleren: men mag als katholiek (geestelijke) alles over moslims zeggen zonder de intentie te hebben, laat staan de wens te formuleren dat ze het Christelijk heil deelachtig mogen worden? Men mag dus alles met moslims bespreken, maar we moeten ze ver van ons geloof houden? Het is dus net als in de jaren ’60 met de politie: de Islam is onze vriend. Wij hebben geen weerzin tegen de Islam, maar we houden van de Islam. Nihil obstat.

Het is zeker zo dat moslims zedelijk betere mensen zijn dan de ontaarde hedonisten waaraan ons land inmiddels een dodelijk overschot heeft. Moslims zijn ook prettiger winkeliers, betere familiemensen en loyaal aan hun geloof, maar als men al niet eens weerzin tegen een wezensvreemde en uiteindelijk godslasterlijke religie mag koesteren, dan zullen wij christenen wel helemaal geen weerzin meer mogen hebben tegen onze eigen secularisatie en bijbehorende gevolgen. Nee, hoe meer secularisatie hoe beter, en hoe meer gescheld op christenen, de paus en de kerkelijke leer, hoe beter. Hoe meer verdeeldheid hoe beter.

Het is voorts bijzonder hoe bisschop na bisschop de term ‘na Vaticanum II’ in de mond neemt, om alles wat afwijkt van de zo af en toe hopeloos eigengereide episcopale kliek, de pan in te hakken. En eigenlijk alles te verketteren wat zich beroept op de continuiteit van de Kerk – te duiden als de continuiteit van voor EN na Vaticanum II. Want zo gaat men met de traditionalisten om: Wat voor Vaticanum II (1962 – 1965; veel te kort voor een goed concilie) nog de hele Kerk leerde en geloofde, is nu reden om als ketter de Kerk uitgeschopt te worden. Ze nemen de term ‘na Vaticanum II’ in de mond om een tweeduizendjarige geschiedenis als achterhaald en niet meer van deze tijd te kunnen wegzetten. Want wanneer we de boekjes van Vaticanum II openslaan dan zien we daarin – of ik zie het tot nu toe over het hoofd – weliswaar weinig concreets, maar wel om de andere zin een oproep om de Kerk bij de tijd te laten aansluiten en alles aan te passen aan de eisen van de tijd.

‘Vaticanum II’ kwam zeker niet uit de lucht vallen. De sfeer in de hogere clerus was vlak na de oorlog al verpest. De historicus James Kennedy haalde de verzuchtingen van het toenmalige hoofd van de organisatie van het Pastoraal Concilie, Pater Walter Goddijn: "Er is een grote tyrannie van de gelovigen. Zij houden verdomd veel tegen." Ideeën werden volgens Goddijn niet onder het volk, maar aan de top geboren. En omdat het volk niet wilde veranderen moest dat maar per concilie gebeuren. Het was een publiek geheim dat er op een aantal Nederlandse priesteropleidingen een theologie en pastoraat werd gedoceerd die weinig opbouwend waren zodat men zich afvroeg waar de Kerk wel heen zou gaan wanneer men dit op het volk losliet. Er heerste bij vlagen en in bepaalde streken een volstrekte haat naar Rome en de kerkelijke leer, maar vooral naar het gezonde volk. Het gezonde volk werd door Vaticanum II ettelijke keren in de hoek van bijgeloof geplaatst. Vaticanum II is deels een grote corrector op het volksgeloof geweest in plaats van een bevorderaar van volksdevotie. Enfin, dat het een en ander aan gif uiteindelijk van boven de weg naar beneden heeft gevonden, daarvan moge de ontvangst van Johannes Paulus II in Nederland anno 1985 getuigen.

Een enkeling in de tweeduizendjarige geschiedenis – we hebben het over iemand als Luther – heeft hetzelfde gedaan als wat de clerus na Vaticanum II heeft ‘toegelaten’. Luther sprak over de kerkelijke leer als ‘scholastiek gebabbel’. Hij veegde de vloer aan met Thomas van Aquino zonder ooit iets van hem te hebben gelezen. Alhoewel Luthers erfgenamen al bij monde van Melanchton deze boude bewering uit de Lutherse leer haalden, zo veel mogelijk de schade probeerden te herstellen én hoewel daarna Lutheranen en Calvinisten hun leer grotendeels bleven funderen op de scholastiek, mag er in onze dagen niet meer over die scholastieke leer gepraat worden – en niet zozeer onder Calvinisten, maar nota bene in de Kerk zelf. Sinds Vaticanum II mag er niet meer gedacht en gesproken worden als daarvoor; sinds Vaticanum II is alles anders, beter en nieuwer. Het is een tijd van dialoog, van godsdienstvrijheid en van ‘alle wegen leiden naar God’, een tijd van verzoening van alle zondaren, eventueel zonder instemming van de zondaar zelf. Er is bij voorbaat genade voor iedereen. Men hoeft er niet meer om te vragen, laat staan er boete voor te doen.

Terwijl het protestantisme-in-de-slechte-zin-des-woords (oftewel: de vrijzinnigheid) vrijwel opgeheven is en het orthodoxe (goede) protestantisme op eilandjes raakt en ook eilandgedrag gaat vertonen, lijken onze bisschoppen steeds protestantser te worden in de slechte zin des woords. Ze hebben hun parochies decennialang om de oren geslagen met andersdenkenden, andersgeaarden, andersvoelenden, anderslevenden, anderslerenden en vele andere soorten andersanderen en stellen nu vast dat hun kerkvolk “teleurgesteld raakt in God”. Bijvoorbeeld omdat hun gebeden niet verhoord worden. Of wellicht omdat ze veertig jaar lang geen cathechese hebben gekregen, veertig jaar lang geen bijbelexegese in de preek vonden en veertig jaar lang vooral op hun hart gedrukt kregen dat God alles kon zijn wat Gerard Reve zich in zijn fantasie maar voorstelde? En dat men met God voorts alles kan doen wat in de eigen fantasie opkomt?

Nog steeds mag een katholiek blij zijn met een preek waarin halve waarheden worden verkondigd – voornamelijk omdat de andere helft van de leer verzwegen moet worden. Kan een priester niet anders of mag hij niet anders? De meeste parochies hebben niet eens een priester, maar staan echter in dienst van een pastoraal werkster die zichzelf – God behoede haar – als autonoom pastor beschouwt. En die pastoraal werkster staat weer in dienst van de universele rechten van de mens en de alverzoening. Waar ieder mens in de wereld vooral rechten heeft, is er al bijvoorbaat vergeving van de zonden.

Is het nu echt zo moeilijk om eens in de week een puntgaaf en evenwichtig preekje af te leveren? Een preek waarin alle hoofdzaken van de Traditie in doorklinken? Eeuwenlang hebben protestantse dominees minimaal twee keer in de week een exegetisch puntgave preek van drie kwartier in elkaar gedraaid, zij het, dat ze niet de katholieke leer exegetiseren, maar die van de denominatie waarbij ze in dienst zijn. Deze protestantse traditie is weliswaar in korte tijd vrijwel verdwenen, maar ik kan voor de geïnteresseerde lezer zo een aantal namen geven van predikanten die dit ambacht nog wekelijks uitoefenen. Het moet Vaticanum II volmondig nagegeven worden dat ze de preek en catechese als enige momenten aanwijst waarop het volk onderwezen kan worden en dat ze dus de priesters aanspoort daar gebruik van te maken. Catechese krijgt het volk vrijwillig op een doordeweekse avond, maar op zondag is het getal der gelovigen nog zo groot dat een prediker daar enthousiast op kan inpreken. De klacht van Vaticanum II is immers dat de nadruk teveel op het heil van de eucharistie alleen is komen te liggen en dat de kansen die de preek biedt meer moeten worden aangegrepen. Maar wat Vaticanum II met de ene hand heeft aangereikt, heeft ze met de andere hand weer weggenomen. De klacht van een Nederlandse bisschop dat catechese broodnodig is, toont aan dat men wat dit betreft de afgelopen veertig jaar weinig is opgeschoten. Roepen in de woestijn heeft weinig zin als diezelfde woestijn het einde dient te zijn van alle spraak en tegenspraak.

Op een aantal katholieke weblogs en fora is al gememoreerd aan de ongehoorzaamheid van de bisschoppen aan de paus. In allerhande kwesties wordt de paus even fijntjes de duimschroeven aangedraaid en als de geruchten waar zijn, is de sfeer in het Vaticaan om te snijden. Voorbeelden (en ook aanleidingen) daarvan zijn de benoeming van de Oostenrijkse priester Wagner tot hulpbisschop, die door protest van de Oostenrijkse bisschoppen niet kon plaatsvinden, en de kwestie Williamson. De druk vanuit de katholieke media op de paus was gigantisch en houdt nog steeds aan. Helaas doen vooral de bisschoppen in deze contreien er weinig aan om die druk met de paus te dragen en de 'aanval van binnenuit’ af te slaan. Het lijkt er daarentegen meer op dat een aantal bisschoppen de kritiek op de paus – zij het meer verholen – delen. Om het met de woorden van een Belgische thomist te zeggen: de ongehoorzaamheid (aan de paus) stopt niet, maar gaat bij de bisschoppen gewoon verder. Wat ze absoluut niet kunnen verhelen is hun collectieve afschuw van alles wat traditioneel katholiek is.

Het vreemde daarbij is echter dat het zaakje ‘FSSPX’ door hetzelfde selecte aantal bisschoppen nog steeds haast iedere week wordt opgeklopt rond het argument dat de inmiddels overleden voorganger van St.Pius X, mgr M. Levebvre, ongehoorzaam was aan de paus vanwege zijn ongeauthoriseerde bisschopswijdingen. Wellicht dat er toch een verborgen agenda achter zit. Wanneer namelijk Vaticanum II ter discussie komt te staan, komt wellicht ook de eigengereidheid van de bisschoppen ter sprake en hun ontrouw aan Rome. Juist zij zijn het die niet geauthorizeerd willen worden en maar ze verwijten het de FSSPX. Wellicht dat Vaticanum II de bisschoppen meer vrijheid en autonomie heeft gegeven dan goed is voor de Kerk en voor Rome en, uiteindelijk natuurlijk voor het zielenheil van de gelovigen en de eer van Christus. Kritiek op Vaticanum II is dus kritiek op een concilie dat nooit geëindigd is omdat iedere bisschop zijn concilie graag zelf blijft invullen. Dat ze zich steeds beroepen op 'na Vaticanum II' betekent niets meer dan dat de Kerk voor hen pas in 1962 is begonnen. Kritiek op Vaticanum II is kritiek op alles wat hun kerk is. Er is voor iedereen bij voorbaat vergeving, behalve voor die katholiek die weinig opheeft met de schijnvrijheid van post-Vaticanum II. En alhoewel alles over Williamson, de FSSPX en de ongehoorzame bisschoppen wel gezegd is, verdienen de laatsten wel wat meer kritische aandacht. Wellicht van bij voorbaat uitgevloekte traditionalisten (ketters) die de leer en continuïteit van Rome trouw zijn, in plaats van louter schermen met de zogenaamde vrijheden van post-Vaticanum II om "de dialoog niet in gevaar te brengen".

Lees verder...