zondag 17 mei 2009

Catholica

Ik ben verhuisd naar Catholica.nl. Op dit weblog staan alle artikelen en blogs die ik voor www.bitterlemon.eu geschreven heb.

Lees verder...

vrijdag 3 april 2009

De vrouw is goed, de man is slecht

Het Katholiek Nieuwsblad presenteert deze week een groot artikel over de Amerikaanse katholiek Pia de Solenni en haar boodschap over de rol van de vrouw in de Kerk. Ze benadruk de complementariteit van man en vrouw en spreekt van een fundamenteel verschil tussen die beiden. Op 2 mei is ze te horen op het symposium “vrouw wie ben je?’ Het klinkt allemaal leuk, maar de voorzichtigheid waarmee ze op haast nietszeggende wijze iets van afbreuk probeert te doen aan het feministische dogma laat nog veel oningevuld.

Het is te prijzen dat er iemand – een vrouw – opstaat die zegt dat man en vrouw complementair zijn en niet direct begint te roepen over gelijkheid. Ook in de Kerk wordt te weinig over dit soort zaken gesproken. De traditionele invulling van de rol van de vrouw in gezin, kerk en samenleving is een fundamenteel taboe. We horen immers al 50 jaar niets anders dan praten over de rol van de vrouw in van allerhande verbanden. De vrouw moest in iedere vereniging binnentreden waar ze zou willen en overal dezelfde plaats innemen als de man, ook al betreft het een oude-mannenvereniging. De vrouw moet en mag alles, zoals ze zelf nu ook schijnen te beseffen: “Ga je scheiden? Goed dat je voor jezelf opkomt, meid! Blijf je getrouwd? Goed dat je doorzet! Ga je werken? Goed dat je jezelf ontplooit! Ga je stoppen met werken? Goed dat je eens wat tijd aan jezelf besteedt! Fijn om bij een sekse te horen die het nooit fout kan doen.” (Sekse of sekte?)

Wat is precies het probleem?

Aardig dus dat men van de hard-feministische agenda afwijkt en wat tegengas produceert, maar soms versterkt het dogma zich ook met wat kantlijn-achtige kritiek. En het dogma doet dat nu dus ook. De vraag waar die agenda zich op richt, wordt immers nog steeds verkeerd beantwoord. Het feminisme richt zich niet op de vrouw, maar tegen de man. Dus uiteindelijk moet het natuurlijk gaan over iets dat nog veel meer taboe is dan vrouwelijkheid, namelijk de rol van de man. In tegenstelling tot de vrouw is de man niets, heeft hij niets en mag hij niets. Er is niets zo grondig en fundamenteel taboe als de man in gezin, kerk en samenleving. De eerste de beste mannelijke scheet die opgemerkt wordt, wordt met banvloeken, wijvengekijf en juridisch gedroogkloot begroet. Zolang het vertoog door en over vrouwen gevoerd wordt en mannen mogen meepraten, komt de kern van het probleem niet ter sprake, en wat is er problematischer in deze tijd, in deze maatschappij en in de huidige kerk als een echte man die kan spreken en tegenspreken?

Volgens De Solenni hangt de toekomst van de wereld van de vrouwen af – en de Conciliepaus, Paulus VI, was in 1965 dezelfde mening toegedaan. Ook de filosoof Peter Sloterdijk beweert zoiets wanneer hij zegt dat de toekomst van de vrouwen afhangt, omdat alleen zij de mannelijke barbarij kunnen temmen. Dat we het in deze tijd moeten hebben van een paar vrouwen die op bepaald gebied en tot op zekere hoogte iets van contrafeminisme laten horen, tekent het hele probleem van de man in een notendop. Vrouwen mogen nog over en tegen de eigen sekse spreken, maar een man moet dat niet proberen. Een man mag niet over en tegen de eigen sekse spreken, maar zeker niet over en tegen de vrouwelijke sekse.

Wat bedoelen ze met de vrouwelijke redding van de wereld? Dat de man niets is dan een oorlogsmachine die alleen geïnteresseerd is, met de woorden van De Solenni “in objecten en projecten”? Of is dat juist een impliciete erkenning voor het feit dat mannen beter omgaan met zaken en minder participeren in een circus van oplopende emoties... dat de publieke zaak dus beter weer een mannelijke aangelegenheid kan worden, zoals vroeger? Maar deze erkenning blijkt niet uit het artikel. Erkenning voor de man zit er nog niet in. Het houdt juist een erkenning voor de vrouw in die vanuit haar natuur meer geneigd is "de mens als geheel te zien." Met andere woorden: mannen zijn barbaren en de beschaving komt vanuit de vrouw. Mannen zijn goddeloos en religie komt vanuit de vrouw. Mannen zijn slecht en vrouwen zijn goed. Menselijkheid is vrouwelijkheid; mannelijkheid is vernietiging. Helaas voedt Pia de Solenni nog dit soort denkschema’s op gelijke wijze als de moderne agenda dat al decennia lang doet.

Volgens deze schema's kunnen man en vrouw inderdaad óók complementair zijn. Al is het een kosmisch dualisme zoals dat van de Manicheeërs, of Taoisme; van het kwade en goede dat in balans met elkaar moeten zijn, in plaats van de christelijke gerichtheid op het goede. Het wordt dus tijd dat er op een fundamenteel andere, niet-moderne manier over vrouwelijkheid en mannelijkheid wordt nagedacht. Holle frasen als gelijkheid en gelijkwaardigheid blijken neer te komen op een lofgezang op de vrouw en de banvloek op mannelijkheid. De man mag alleen van die lofprijzing meeprofiteren voor zover hij als verwekker en tweede moeder fungeert. Want mannelijkheid is slecht. Om dit kosmisch dualisme eens nader te bekijken moeten we wellicht de zegeningen gaan tellen die het ons gebracht heeft.

Het publieke domein

Mag ik mevrouw De Solenni eraan herinneren dat de feminisering van de werksfeer ons het projectmatig werken en de managersklasse heeft opgeleverd, en de bijkomende onzekerheden rond de baan en almaar groeiende papierrompslomp en bureaucratie? De economische crisis zou goed zijn voor de arbeidsparticipatie van vrouwen, omdat zij in beroepsgroepen met meer zekerheid (lees: overheid) werken en de mannen dus het echte werk moeten opknappen, de belasting opbrengen en ook nog de ontslagrisico’s dragen als het economisch tij keert. En de vrouwen maar voor ambtenaar spelen. Steeds meer mannen doen werkprojectjes voor een zeer beperkte tijd en met grotere onzekerheden. Om maar niet te spreken van de zwaardere beroepen waar vrouwen niet geweigerd mogen worden, maar als ze er eenmaal werken, van de echte zware taken worden gevrijwaard, zodat mannen uiteindelijk zwaarder belast worden dan in de tijd dat er nog geen vrouwen werkten. Zoals in het leger.

Over feminisme en media kunnen we kort zijn: de media zijn de geinstitutionaliseerde perversie van vrouwelijkheid. Het voortdurend circus van
opgeklopte emoties is in al haar banaliteit nergens voortreffelijker te aanschouwen als in medialand.

Dan de feminisering en de educatieve ramp: studenten leren competenties te verwerven om zich al zelfreflecterend door de wereld te bewegen volgens de laatste hippe manier om over je gevoel te praten, maar zelf nadenken mogen ze niet meer en kunnen ze derhalve ook niet. Om van de slagvelden op de basisscholen en voortgezet onderwijs maar niet te spreken waar jongens massaal afhaken in de vrouwelijke opzet van het onderwijs. Mag ik daarbij ook in herinnering roepen dat het niet zozeer de mannen zijn die een slaafse houding vertonen aan onderwijsdogma's, socialiseringstechnieken, leerdoelen en aan managers, maar dat het vaker de vrouwen zijn die wel eens de werkelijkheid uit het oog verliezen omdat alle geleerde theorietjes en proceduretjes precies nagevolgd moeten worden?
Waarom zijn er geen mannelijke leraren meer? Wellicht omdat ze al gedurende het PABOtraject een flink deel van hun mannelijkheid moeten afleggen voordat ze überhaupt voor de klas kunnen staan?
Mag ik er ook aan herinneren dat, oh coïncidentie, sinds de massale deelname aan openbare en andere functies door vrouwen, de menselijke kant in die invulling van ambten totaal gederailleerd is? Waarom treft men snibbige vrouwelijke ambtenaren achter het loket wie de vermoeienissen van de bureaucratie aan de stand van de mondhoeken valt af te lezen, maar hebben hun mannelijke collega's vaak nog enig medemenselijk besef dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten?

Men kan op zijn minst concluderen dat de massale toevloed van vrouwen en hun grenzeloos geprezen vrouwelijke eigenschappen op de arbeidsmarkt, in de overheid en het onderwijs geen enkele invloed hebben gehad en, in hun massale aanwezigheid, wellicht zelfs totaal averechts gewerkt hebben. Of mag ik – wanneer men dit geen legale conclusie vindt – dan tenminste concluderen dat er door het werk niet veel van de vrouwelijkheid in de vrouwen zelf is overgebleven? Mogen we er dan misschien voorzichtig vast van uitgaan dat de geroemde vrouwelijke zachtheid, persoonlijke aanpak en oog voor de mens in zijn geheel, toch aan enige menselijke beperkingen zijn verbonden? Dat, bijvoorbeeld die vrouwelijke zachtheid en dat vrouwelijke oog voor de mens als geheel, niet hupsakee vanachter loketten, klaslokalen, collegedictaten, televisiestations, of hotlines over de mensheid kunnen worden uitgestrooid?

Ik zie woorden van een vrouw over de complementariteit van man en vrouw, maar zie haar daar niet logisch uit concluderen dat zowel mannelijkheid als vrouwelijkheid dus een eigen domein van opereren en fungeren hebben. En dan doel ik niet direct op het negentiende eeuwse riedeltje ‘huis versus werk= vrouw versus man.’ Maar dan doel ik op het feit dat de man het beste opereert in zijn eigen domein van mannelijkheid en niet als een soort hyperdevote of softe tweede moeder als vijfde wiel aan de wagen hangt. De vrouw idem dito. Of hebben deze zaken zogenaamd weer allemaal niets met elkaar te maken en heeft een en ander geheel andere oorzaken?

Het private domein

De praktijk helpt ons weinig vooruit in de zoektocht naar de zegeningen van de vrouwelijkheid aan de openbare kant van de maatschappij. Laten we er dan maar een paar excellente sociologen bijhalen zodat ik met Pia de Solenni naar een gemeenschappelijk uitgangspunt kan zoeken voor haar vrouwelijke waardigheid aan de meer private kant van de maatschappij. (Ik vertaal haar vage 'gelijkwaardigheid van de vrouw' maar gemakshalve in bruikbaar Nederlands.) Waar komt die waardigheid vandaan en waar blijkt die uit? Daarvoor kan men de standaardwerken van Geoffrey Gorer lezen, zoals The American People – a study in american character, waarin gesteld en aangetoond wordt dat de Amerikaanse cultuur in zijn wortels de man en de daaraan verbonden autoriteit afwijst, met alle problemen van dien voor de vrouwelijkheid en de opvoeding van kinderen.

Of men neemt de standaardwerken van Christopher Lasch die de oorzaken van het cultureel narcisme tot in zijn wezen ontleedde. Lasch laat zien dat de afwezigheid van de man en het mannelijke gezag niet alleen slecht is voor het kind, maar dat de alleenstaande moeder volledig derailleert wanneer er geen optredende vader is: “De vrouw verstikt de kinderen met ononderbroken maar plichtmatige aandacht.” Kinderen blijven levenslang volledig afhankelijk van de moeder die het hele leven van het kind in alle facetten wil invullen, over de grenzen van de volwassenheid heen. Opmerkelijk is dat deze kinderen ook op volwassen leeftijd niets dan minachting kunnen koesteren voor hun moeder, ook al kunnen ze niets zonder haar. Iedere natuurlijke dankbaarheid en ieder eerbetoon aan de ouderlijke zorg is hen vreemd. Waar is de waardigheid van de vrouw gebleven wanneer haar alleen maar minachting treft? Volstrekte afhankelijkheid en verachting vallen samen wanneer een moeder iemand op zichzelf gaat worden; iemand met eigenwaarde die geen man nodig heeft, of juist een man heeft die denkt dat zijn aanwezigheid niet nodig is. Lasch laat echter zien dat er zonder man geen waardigheid is. Waarom?

De man is van de orde en de moeder van de regeltjes. Orde en regeltjes zijn niet hetzelfde. Orde heeft te maken met een openheid waarin kinderen ruimte en plaats krijgen binnen de orde; alleen zo is er echte speelruimte. Verstikking door regeltjes toont daarentegen de afwezigheid van die orde en ruimte; regeltjes werken iedere ruimtelijke handeling van het kind tegen totdat het volstrekt bewegingsloos wordt. De vader is cruciaal in de ontwikkeling en zelfstandigheid van kinderen, maar ook in het doordraven van de moeder. De vader beschermt de moeder tegen zichzelf, maar beschermt daarmee ook haar waardigheid als ouder voor haar kinderen. De vader beschermt de eer van beide ouders naar de kinderen en zorgt dat kinderen hun ouders op natuurlijke wijze kunnen eren; ontzag koesteren en geen moeite hoeven voelen om dankbaar te zijn naar de ouders. Hierin ligt dus de vaderlijke taak en de vaderlijke zorg. De oude volkswijsheid dat de vader het denkbeeldig navelstreng tussen moeder en kind tijdens de opvoeding moet blijven doorknippen duidt op de cruciale rol die de vader heeft en die toch enige moed én tact vereist.

Er is
in deze tijd, om eerlijk te zijn, geen woord zo misplaatst en leeg als waardigheid in combinatie met vrouwelijkheid of moederschap, maar wellicht ook in combinatie met vaderschap en mannelijkheid. De waardigheid van de vrouw kan niet concreet ingevuld worden als een los van de man en op zichzelf staande waarde. De waardigheid van de vrouw ligt vanouds in de handen van de man. Niet dat de man de waardigheid van de vrouw moet erkennen of iets dergelijks, maar de vader brengt de waardigheid van de vrouw tot stand in de uitoefening van zijn vaderlijkheid. Mannen of vaders die niet als zodanig kunnen, willen of mogen optreden, beschikken over het algemeen over de meest onwaardige vrouwen; vrouwen die letterlijk geen waardigheid bezitten en ook overeenkomstig handelen. Zonder mannelijkheid dus ook geen vrouwelijkheid, laat staan waardigheid. Want Lasch heeft het niet alleen over gezinnen met alleenstaande moeders, maar ook over gezinnen waar de vader weliswaar bijhangt, maar als vader afwezig is. Lasch spreekt in beide gevallen over kinderen met het afwezig-vadersyndroom, ofwel narcisten.

De hoeder van de waardigheid

Want de eindvraag luidt - wanneer de zogenaamde gelijkwaardigheid of waardigheid in het geding komt; wie bewaakt die veelbesproken, maar weinig ingevulde gelijkwaardigheid? De staat en haar wetten die druipen van het antimannelijke, antipriesterlijke en antipatriarchale gelijkheidsressentiment? Het antwoord moge duidelijk zijn. De staat minacht moeders op dezelfde wijze als narcistische kinderen hun moeder minachten. Ze jagen vrouwen de arbeidsmarkt op, misbruiken hun vrouwelijke discipline en natuurlijke loyaliteit aan welk gezag dan ook en laten hen met hun vrouwelijkheid achter een loket doodbloeden. Nee, de staat kan beter worden bemand door minder loyale, minder gedisciplineerde en minder gezagsgetrouwe ambtenaren - over het algemeen zijn dat dus mannen. Mannen hebben meer besef van de waardigheid van het ambt en van het algemeen belang, en verwarren dat niet met domweg de staat gehoorzamen.

De economie dan, die de vrouw het liefste helemaal loskoppelen van haar historische rol als dochter, echtgenoot en moeder? Driewerf neen! De kerk dan? Ja, de kerk bewaakt de waardigheid van de vrouw voortreffelijk voor zover het de bruidjes van Christus betreft, maar uiteindelijk kan ze dat niet voor iedere moeder of vrouw. Wat is dan de harde waarde van de zogenaamde gelijkwaardigheid – vooropgesteld dat ze bestaat? De hardheid van de waardigheid van de vrouw – en van het ouderschap – ligt in de hardheid van de mannelijkheid. En dat is wellicht de reden waarom de mannelijkheid tot absoluut taboe van deze tijd is verklaard en men voortdurend komt met een schijnvrouwelijkheid die de vrouwen ontvrouwelijkt. De waardigheid van de vrouw wordt eerst en vooral vanuit de private sfeer geconditioneerd en wordt niet, zoals de wet en de staat suggereren vanuit de publieke sfeer geconditioneerd. De waardigheid van de vrouw vereist dus een aanwezige vader en echtgenoot.

Wat heeft het dan voor zin om de Kerk bewust te willen maken van de feminiene waarden? Ik ken geen kerk die al in de kerkelijke leer een meer en evenwichtiger plaats bereid aan vrouwelijkheid dan de Rooms Katholieke Kerk. Alleen al de meer objectieve zaken als de Mariadevotie en de nadruk op het huisgezin als analogie van het hemels gezin. De kerkelijke leer zoekt altijd naar de balans, maar kan dat ook in het algemeen van de kerkelijke praktijk gezegd worden? In de parochiale praktijk is niet de mannelijkheid doorgeslagen, maar vaker de vrouwelijkheid, hetzij in devoot opzicht, hetzij in feministisch opzicht, net als in de moderne cultuur. Het aantal mannelijke mannen is in de minderheid ten opzichte van de massa gewillige (willoze) softe mannen die vooral in de weer zijn met devote en kerkelijk-interne aangelegenheidjes. De normale vent in de Kerk is er al te vaak eentje die zijn mond niet open durft te trekken tegen de ofwel devoot-softe sfeer, ofwel de progressief-feministische clique. Terwijl de mannelijkheid doorslaat door afwezig te raken, slaat de vrouwelijkheid door, wanneer ze teveel aanwezig is.

Ik ben absoluut niet tegen devotie, integendeel, maar wel als die devotie mannen tot kwezels maakt.
Wij mannen leren zo goed over ons gevoel en ons geloof praten dat we het geloof en het gevoel er zelf niet meer bij nodig hebben en wellicht is dat ook juist de bedoeling. Maar in de echte devotie moet de man werkelijk tot man worden. Uitgerekend in de kerk zou je namelijk de oermannelijkheid tegen moeten komen; die van de priester. Deze harde mannelijkheid blijkt uit de man die verzoening voor zijn huisgezin kan doen zoals Job (dat is pas devotie), die zijn volk door de woestijn kan leiden als een Mozes en die met het zwaard aan zijn gordel op de ware gestalte van Christus blijft zien als een Petrus. Maar wat wanneer de priesters niet in staat zijn om deze drie rollen te laten doorschijnen maar zich ledig houdt met vrijzinnig of fideïstisch gepraat; waar is dan de kerkvader waar iedere man naar kan opzien? Moeten alle mannen zich dan stil houden?

Praten over een positievere rol van vrouwen in de huidige kerk is voor mij met vraagtekens beladen. De complementariteit van man en vrouw beaam ik volledig. Maar zonder oermannelijkheid zal er nooit een concrete invulling komen aan de term ‘waardigheid van de vrouw.’ Pia de Solenni is op de goede weg, zeker gezien de huidige stand van zaken, maar de erkenning en invulling van de vrouwelijkheid zou noodzakelijkerwijze gepaard moeten gaan met de erkenning van de mannelijkheid. Dat ze niet over mannelijkheid spreekt, is een teken aan de wand. Een eenzijdig vertoog waarin vrouwen over vrouwen spreken representeert de werkelijkheid niet, zeker niet wanneer er toch een feministische agenda achter schuil blijkt te gaan. En wellicht ligt juist de compleetheid van het vertoog in handen van een man.
Maar de man moet wel kunnen, durven en willen spreken. En zoals de priester tot God spreekt uit naam van het volk en tot het volk uit naam van God, zo mag de man spreken voor zijn gezin, zijn gemeenschap en wat dies meer zij, maar ook tot zijn gezin, gemeenschap en wat dies meer zij. Een echte man spreekt nooit voor zichzelf alleen.

Lees verder...

maandag 9 maart 2009

Het geheim van de bisschoppen

Er schijnt iets van een geheime dienst te bestaan die speciaal ter beschikking staat van de bisschoppen van Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Nederland. Niet alle bisschoppen in deze landen maken er gebruik van, maar die dat wel doen beschikken over pikante informatie.

Zo menen vele bisschoppen uit deze vier landen te weten dat de broederschap van St.Pius X antisemitisch en rascistisch is en ze willen ons dat op het hart drukken. We zouden haast denken dat het in de statuten van de broederschap staat, maar ja, daar komen wij niet achter want die statuten zijn zo geheim dat niemand het bestaan ervan kon vermoeden. Uitgezonderd de bisschoppelijke inlichtingendienst. Er is zelfs een Nederlandse bisschop die “dat onfrisse groepje” met droge ogen verwijt dat ze “weerzin tegen de Islam hebben”. En die weerzin tegen de Islam is waarschijnlijk de druppel die de met 'racisme' gevulde emmer doet overlopen. Sinds Benedictus XVI november 2006 in de Istanbul de Koran kustte, moet iedere katholiek die weerzin tegen de Islam heeft blijkbaar de genade van de Kerk onthouden worden. Gelukkig zijn er tot trots van deze bisschoppen nog vele katholieken die zeker niet tegen de Islam zijn en die zeker niet willen dat Joden zich eventueel zouden bekeren tot het katholicisme. Voor de bekering van deze laatsten mag nog steeds niet gebeden worden. Want de wens dat een Jood zich zou bekeren zou zeker weer een zonde tegen de godsdienstvrijheid zijn, maar is wellicht ook antisemitisch.

Samir Khalil Samir, een Egyptische priester in Libanon, formuleert deze schizofrenie zo: “In het verleden reisden we de oceaan over om moslims te bekeren en dat was misschien schier onmogelijk. Maar nu woont de moslim in mijn eigen land, is hij mijn buurman en we doen helemaal niets.” Men mag er zelfs niet meer voor bidden want dat ‘verstoort de dialoog’ met de moslims (i.c. dan worden ze boos). Pardon, oh eh, we doen dus wel iets? We onderhouden de dialoog met de Islam? Ja kijk, dan begrijp ik het verkeerd; er is wel een dialoog maar niet met de bedoeling ze te bekeren. Aha, mag ik het dan zo formuleren: men mag als katholiek (geestelijke) alles over moslims zeggen zonder de intentie te hebben, laat staan de wens te formuleren dat ze het Christelijk heil deelachtig mogen worden? Men mag dus alles met moslims bespreken, maar we moeten ze ver van ons geloof houden? Het is dus net als in de jaren ’60 met de politie: de Islam is onze vriend. Wij hebben geen weerzin tegen de Islam, maar we houden van de Islam. Nihil obstat.

Het is zeker zo dat moslims zedelijk betere mensen zijn dan de ontaarde hedonisten waaraan ons land inmiddels een dodelijk overschot heeft. Moslims zijn ook prettiger winkeliers, betere familiemensen en loyaal aan hun geloof, maar als men al niet eens weerzin tegen een wezensvreemde en uiteindelijk godslasterlijke religie mag koesteren, dan zullen wij christenen wel helemaal geen weerzin meer mogen hebben tegen onze eigen secularisatie en bijbehorende gevolgen. Nee, hoe meer secularisatie hoe beter, en hoe meer gescheld op christenen, de paus en de kerkelijke leer, hoe beter. Hoe meer verdeeldheid hoe beter.

Het is voorts bijzonder hoe bisschop na bisschop de term ‘na Vaticanum II’ in de mond neemt, om alles wat afwijkt van de zo af en toe hopeloos eigengereide episcopale kliek, de pan in te hakken. En eigenlijk alles te verketteren wat zich beroept op de continuiteit van de Kerk – te duiden als de continuiteit van voor EN na Vaticanum II. Want zo gaat men met de traditionalisten om: Wat voor Vaticanum II (1962 – 1965; veel te kort voor een goed concilie) nog de hele Kerk leerde en geloofde, is nu reden om als ketter de Kerk uitgeschopt te worden. Ze nemen de term ‘na Vaticanum II’ in de mond om een tweeduizendjarige geschiedenis als achterhaald en niet meer van deze tijd te kunnen wegzetten. Want wanneer we de boekjes van Vaticanum II openslaan dan zien we daarin – of ik zie het tot nu toe over het hoofd – weliswaar weinig concreets, maar wel om de andere zin een oproep om de Kerk bij de tijd te laten aansluiten en alles aan te passen aan de eisen van de tijd.

‘Vaticanum II’ kwam zeker niet uit de lucht vallen. De sfeer in de hogere clerus was vlak na de oorlog al verpest. De historicus James Kennedy haalde de verzuchtingen van het toenmalige hoofd van de organisatie van het Pastoraal Concilie, Pater Walter Goddijn: "Er is een grote tyrannie van de gelovigen. Zij houden verdomd veel tegen." Ideeën werden volgens Goddijn niet onder het volk, maar aan de top geboren. En omdat het volk niet wilde veranderen moest dat maar per concilie gebeuren. Het was een publiek geheim dat er op een aantal Nederlandse priesteropleidingen een theologie en pastoraat werd gedoceerd die weinig opbouwend waren zodat men zich afvroeg waar de Kerk wel heen zou gaan wanneer men dit op het volk losliet. Er heerste bij vlagen en in bepaalde streken een volstrekte haat naar Rome en de kerkelijke leer, maar vooral naar het gezonde volk. Het gezonde volk werd door Vaticanum II ettelijke keren in de hoek van bijgeloof geplaatst. Vaticanum II is deels een grote corrector op het volksgeloof geweest in plaats van een bevorderaar van volksdevotie. Enfin, dat het een en ander aan gif uiteindelijk van boven de weg naar beneden heeft gevonden, daarvan moge de ontvangst van Johannes Paulus II in Nederland anno 1985 getuigen.

Een enkeling in de tweeduizendjarige geschiedenis – we hebben het over iemand als Luther – heeft hetzelfde gedaan als wat de clerus na Vaticanum II heeft ‘toegelaten’. Luther sprak over de kerkelijke leer als ‘scholastiek gebabbel’. Hij veegde de vloer aan met Thomas van Aquino zonder ooit iets van hem te hebben gelezen. Alhoewel Luthers erfgenamen al bij monde van Melanchton deze boude bewering uit de Lutherse leer haalden, zo veel mogelijk de schade probeerden te herstellen én hoewel daarna Lutheranen en Calvinisten hun leer grotendeels bleven funderen op de scholastiek, mag er in onze dagen niet meer over die scholastieke leer gepraat worden – en niet zozeer onder Calvinisten, maar nota bene in de Kerk zelf. Sinds Vaticanum II mag er niet meer gedacht en gesproken worden als daarvoor; sinds Vaticanum II is alles anders, beter en nieuwer. Het is een tijd van dialoog, van godsdienstvrijheid en van ‘alle wegen leiden naar God’, een tijd van verzoening van alle zondaren, eventueel zonder instemming van de zondaar zelf. Er is bij voorbaat genade voor iedereen. Men hoeft er niet meer om te vragen, laat staan er boete voor te doen.

Terwijl het protestantisme-in-de-slechte-zin-des-woords (oftewel: de vrijzinnigheid) vrijwel opgeheven is en het orthodoxe (goede) protestantisme op eilandjes raakt en ook eilandgedrag gaat vertonen, lijken onze bisschoppen steeds protestantser te worden in de slechte zin des woords. Ze hebben hun parochies decennialang om de oren geslagen met andersdenkenden, andersgeaarden, andersvoelenden, anderslevenden, anderslerenden en vele andere soorten andersanderen en stellen nu vast dat hun kerkvolk “teleurgesteld raakt in God”. Bijvoorbeeld omdat hun gebeden niet verhoord worden. Of wellicht omdat ze veertig jaar lang geen cathechese hebben gekregen, veertig jaar lang geen bijbelexegese in de preek vonden en veertig jaar lang vooral op hun hart gedrukt kregen dat God alles kon zijn wat Gerard Reve zich in zijn fantasie maar voorstelde? En dat men met God voorts alles kan doen wat in de eigen fantasie opkomt?

Nog steeds mag een katholiek blij zijn met een preek waarin halve waarheden worden verkondigd – voornamelijk omdat de andere helft van de leer verzwegen moet worden. Kan een priester niet anders of mag hij niet anders? De meeste parochies hebben niet eens een priester, maar staan echter in dienst van een pastoraal werkster die zichzelf – God behoede haar – als autonoom pastor beschouwt. En die pastoraal werkster staat weer in dienst van de universele rechten van de mens en de alverzoening. Waar ieder mens in de wereld vooral rechten heeft, is er al bijvoorbaat vergeving van de zonden.

Is het nu echt zo moeilijk om eens in de week een puntgaaf en evenwichtig preekje af te leveren? Een preek waarin alle hoofdzaken van de Traditie in doorklinken? Eeuwenlang hebben protestantse dominees minimaal twee keer in de week een exegetisch puntgave preek van drie kwartier in elkaar gedraaid, zij het, dat ze niet de katholieke leer exegetiseren, maar die van de denominatie waarbij ze in dienst zijn. Deze protestantse traditie is weliswaar in korte tijd vrijwel verdwenen, maar ik kan voor de geïnteresseerde lezer zo een aantal namen geven van predikanten die dit ambacht nog wekelijks uitoefenen. Het moet Vaticanum II volmondig nagegeven worden dat ze de preek en catechese als enige momenten aanwijst waarop het volk onderwezen kan worden en dat ze dus de priesters aanspoort daar gebruik van te maken. Catechese krijgt het volk vrijwillig op een doordeweekse avond, maar op zondag is het getal der gelovigen nog zo groot dat een prediker daar enthousiast op kan inpreken. De klacht van Vaticanum II is immers dat de nadruk teveel op het heil van de eucharistie alleen is komen te liggen en dat de kansen die de preek biedt meer moeten worden aangegrepen. Maar wat Vaticanum II met de ene hand heeft aangereikt, heeft ze met de andere hand weer weggenomen. De klacht van een Nederlandse bisschop dat catechese broodnodig is, toont aan dat men wat dit betreft de afgelopen veertig jaar weinig is opgeschoten. Roepen in de woestijn heeft weinig zin als diezelfde woestijn het einde dient te zijn van alle spraak en tegenspraak.

Op een aantal katholieke weblogs en fora is al gememoreerd aan de ongehoorzaamheid van de bisschoppen aan de paus. In allerhande kwesties wordt de paus even fijntjes de duimschroeven aangedraaid en als de geruchten waar zijn, is de sfeer in het Vaticaan om te snijden. Voorbeelden (en ook aanleidingen) daarvan zijn de benoeming van de Oostenrijkse priester Wagner tot hulpbisschop, die door protest van de Oostenrijkse bisschoppen niet kon plaatsvinden, en de kwestie Williamson. De druk vanuit de katholieke media op de paus was gigantisch en houdt nog steeds aan. Helaas doen vooral de bisschoppen in deze contreien er weinig aan om die druk met de paus te dragen en de 'aanval van binnenuit’ af te slaan. Het lijkt er daarentegen meer op dat een aantal bisschoppen de kritiek op de paus – zij het meer verholen – delen. Om het met de woorden van een Belgische thomist te zeggen: de ongehoorzaamheid (aan de paus) stopt niet, maar gaat bij de bisschoppen gewoon verder. Wat ze absoluut niet kunnen verhelen is hun collectieve afschuw van alles wat traditioneel katholiek is.

Het vreemde daarbij is echter dat het zaakje ‘FSSPX’ door hetzelfde selecte aantal bisschoppen nog steeds haast iedere week wordt opgeklopt rond het argument dat de inmiddels overleden voorganger van St.Pius X, mgr M. Levebvre, ongehoorzaam was aan de paus vanwege zijn ongeauthoriseerde bisschopswijdingen. Wellicht dat er toch een verborgen agenda achter zit. Wanneer namelijk Vaticanum II ter discussie komt te staan, komt wellicht ook de eigengereidheid van de bisschoppen ter sprake en hun ontrouw aan Rome. Juist zij zijn het die niet geauthorizeerd willen worden en maar ze verwijten het de FSSPX. Wellicht dat Vaticanum II de bisschoppen meer vrijheid en autonomie heeft gegeven dan goed is voor de Kerk en voor Rome en, uiteindelijk natuurlijk voor het zielenheil van de gelovigen en de eer van Christus. Kritiek op Vaticanum II is dus kritiek op een concilie dat nooit geëindigd is omdat iedere bisschop zijn concilie graag zelf blijft invullen. Dat ze zich steeds beroepen op 'na Vaticanum II' betekent niets meer dan dat de Kerk voor hen pas in 1962 is begonnen. Kritiek op Vaticanum II is kritiek op alles wat hun kerk is. Er is voor iedereen bij voorbaat vergeving, behalve voor die katholiek die weinig opheeft met de schijnvrijheid van post-Vaticanum II. En alhoewel alles over Williamson, de FSSPX en de ongehoorzame bisschoppen wel gezegd is, verdienen de laatsten wel wat meer kritische aandacht. Wellicht van bij voorbaat uitgevloekte traditionalisten (ketters) die de leer en continuïteit van Rome trouw zijn, in plaats van louter schermen met de zogenaamde vrijheden van post-Vaticanum II om "de dialoog niet in gevaar te brengen".

Lees verder...

vrijdag 27 februari 2009

Doodschreeuwen en doodzwijgen

Nu de brief van bisschop Williamson verschenen is waarin hij afstand neemt van zijn eerder uitlatingen als achterhaalde onbezonnenheid, is het wachten op de media. Verscheidene mensen koesteren hoge verwachten over het effect van deze brief in de media. Nou, nou? wat vinden ze ervan? Zullen 'ze' tevreden zijn?

Ik geef ze weinig hoop dat de brief iets in de media teweeg brengt. En dat hoeft uiteindelijk ook niet. Williamson heeft zich geschikt en dat was het enige dat hij logischerwijs kon doen. De media zullen de brief simpelweg negeren, of er in een klein zijkolommetje melding van maken. Een van de vele derderangs colomnisten die onze pers rijk is zal er wat aandacht aan schenken. Ironisch, smalend. Het zal zeker een onbeduidend berichtje worden. Alleen wanneer er weer een volgend schandaal ex-nihilo gecreëerd kan worden, zal de brief aandacht krijgen.

Wie verwacht dat er in de media zo'n uitgebreide aandacht aan wordt gegeven als er wel aan het interview van Williamson wel is gegeven, verwacht rechtvaardigheid en gelijke behandeling van de pers. Maar dat is tevoren al wat teveel van het goeie. Het ging vanaf het begin al niet om Williamson en nu nog steeds niet. Dat interview was al vier maanden eerder uitgezonden voordat de storm losbrak. Er kraaide geen haan naar. Pas toen er een associatie bestond met het Vaticaan was Williamson bruikbaar.

Wat de Kerk potentiele schade kan toebrengen, zal altijd voorrang krijgen in de media. De media zullen alles aangrijpen wanneer ze van de Kerk verontschuldigingen om het een of ander kan eisen, of verandering van richting en het omgooien van de organisatie (i.c. einde van het pausdom) kan eisen. De media claimen altijd een hogere authoriteit dan de paus zelf. Die authoriteit geeft ze zichzelf - met de nodige subsidie van de staat of bedrijfsleven, want levensvatbaar is media in het geheel niet. Dus: of ze is de spreekbuis van de almighty state, of van de vrije markt. De wereldmoraal waar de media voor betaald krijgen is altijd juister dan de katholieke Kerk die als sponsor alleen Christus' lijden naar voren kanschuiven. De media zal dus altijd overeenkomstig deze overtuiging denken, schrijven, eisen en handelen.

Maar een Kerk die zich verontschuldigt wordt als een vrij normaal dagelijks verschijnsel beschouwd - of het nu gaat om het verweer tegen de Reformatie, of de vervolging van ketters in de afgelopen tweeduizend jaar. Een sorry-zeggende Kerk is dus iets dat te negeren valt. Ook een bisschop die zich verontschuldigt is niets meer dan de normale gang van zaken. De media - en eigenlijk iedereen - hadden niets anders verwacht dan dat hij op zijn uitlatingen zou terugkomen. Dus is de aandacht voor de brief van de bisschop nihil. Men kan zich beter richten op datgene waarvoor de kerk zich nog niet verexcuseerd heeft. En om dat te breiken moet men alle kleine voorvalletjes kunnen aangrijpen. Het gaat de media dus niet om het behandelen en bespreken van concrete zaken, maar het is hen te doen om materiaal waarmee de Kerk is af te breken. Men streeft daar constant naar.

Een Kerk die weigert om zich voor wat dan ook (in feite alles) te verexcuseren; die weigert zich te verexcuseren voor niets meer dan tweeduizend jaar Christendom - in feite is dát abnormaal. Dát is de reden om net zo lang dramatisch te appelleren totdat de kerk of bijdraait of minstens behoorlijke imagoschade op heeft gelopen. De Kerk wijkt volledig af van het ethos dat in de media gepredikt wordt en dat zal ze voelen. De Kerk is de grote ketter in een moderne wereld die het overboord zetten van alle moraal als enige moraal hanteert. Men eist van haar burgers hetzelfde. De macht achter deze moraal zal absoluter zijn dan welke voorgaande moraal ook. De macht die alle andere verbanden wil verbreken, is zelf een onverbreekbare knelband. De macht die alle (traditionele) authoriteit zal opruimen, is zelf een totalitaire macht. Het opruimen van alle geboden brengt een laatste gebod met zich mee dat schrikwekkender is dan alle andere. Het wordt steeds meer zichtbaar dat er achter dit laatste gebod geen genade is. We eraan ten prooi valt, is definitief afgeschreven en wordt van alles uitgesloten.

Wat normaal is, is alles en iedereen te laten dansen op dezelfde muziek; namelijk het deuntje wat de media steeds weer opvoeren: die van het laatste gebod. En zolang iedereen dat doet is het normaal. Zolang iemand niet meedoet zal de complete mediahysterie zich richten op die ene persoon totdat hij begint mee te draaien in de grote maalmolen. En de Kerk is zo'n persoon die alle hysterie over zich heen krijgt.

Zolang de Kerk nog Kerk blijft zal ze niet kunnen dansen op de mediamuziek. De Kerk heeft immers (nog) haar eigen muziek. Die muziek holt weliswaar achteruit, maar ze is er nog. Vanwege deze reden zal het ook nooit iets goeds in zichzelf zijn om de media voortdurend hun zin te geven, toe te geven aan hun geschreeuw en uiteindelijk met hun repeterende deuntjes mee te dansen, hetgeen ze in feite eisen van de Kerk.

Wereldgelijkvormigheid heeft geen zin, omdat de wereld geen vorm meer accepteert. Het is puur lawaai dat er alleen maar is om de muziek van de Kerk te overstemmen en haar het zwijgen op te leggen. De agenda van de Kerk en de interne verhoudingen moeten volledig gedomineerd worden door druk van buitenaf, zoals een ieders huis in deze tijd volledig gedomineerd raakt door de druk van televisie, onderwijs, de bladen en de kranten. Door zoveel mogelijk druk van buiten af op de Kerk uit te oefenen, is de Kerk op een bepaalde manier toch afhankelijk van de wereldse wetteloosheid. Zolang men de Kerk in halve en nietszeggende schandalen gevangen kan houden, determineert de wereld haar tot de excuustruus van de geschiedenis. Een kruiperige en schokschouderende Kerk is de enige aanvaardbare Kerk voor een wereld die geen rechtspraak, geen eerbied voor het leven en ontzag voor de eeuwigheid meer kent. Wanneer men kan zal men netzo lang schreeuwen tot de Kerk zichzelf heeft opgeheven en dood is en zolang dat niet kan zal men de Kerk doodzwijgen.

Lees verder...

donderdag 12 februari 2009

De Katholieke Kerk en haar ongelovige Thomassen

Wij dachten altijd dat Thomas von der Dunk een idioot was als alle anderen die her en der wat mogen zeggen in de hoop dat het volk er wat mee kan. Met dat idee hingen wij altijd aan de lippen van Thomas. Het volk hangt altijd aan de lippen van de volksidioot die alles mag zeggen. Natuurlijk omdat iedereen weet dat een idioot het zegt – en met hoop op dat schaarse beetje waarheid dat een idioot tussen de onzin kan ontschieten. Was Thomas maar zo'n idioot, maar Thomas blijkt geen idioot te zijn. Er is opzet in het spel. Zijn idioterie is niets dan komedie. Hij blijkt een man te zijn die achterliggende bedoelingen heeft met zijn idiotie; hij is dus een charlatan.

Zijn krijsende piepstem die bij ons de luidsprekers van de televisie opblies benam hem zijn televisie-carriere. En voor dat laatste zal zijn spraakgebrek hem ook niet voortgeholpen hebben. Maar spraakgebrek en gierende stembanden blijken niets anders dan de attributen van de rol te zijn die Thomas speelt. Een rol die nu definitief teveel van zijn acteertalent heeft gevraagd. Dezelfde kwestie waar de heilige Elsbeth Etty zich eergisteren belachelijk mee maakte is de ongelovige Thomas nu fataal geworden. En ineens komen zijn artikeltjes in een ander daglicht te staan.

In een voor het overige even hetzerig stukje als altijd, floept het er ineens uit: “de maatschappij is van de staat.” En omdat de maatschappij van de staat is en de kerk gescheiden is van de staat, mag de kerk geen morele uitspraken doen die betrekking hebben op mensen, dingen en ideeën in de maatschappij.

Eerst dacht ik nog, ‘tuurlijk, Thomas is socialist: hij bedoelt vast dat staat en maatschappij hetzelfde zijn’. Maar het socialisme zal altijd de kerk als onderdeel van de samenleving moeten erkennen. Doet de staat dit niet en wil ze de maatschappij zuiveren van alle kerkelijke en andere onwenselijke elementen, dan zijn staat en maatschappij niet meer hetzelfde. Dan is de maatschappij volledig eigendom van degene die deze zuivering begaat, namelijk de staat. En dat is geen socialisme meer. Thomas is dus een charlatan, een fascistje.

Zijn staat gaat niet alleen bepalen wat de kerk is, wat gelovigen mogen geloven en wat gelovigen in hun leven van dit geloof mogen toepassen. Zijn staat gaat, zoals Thomas’ Volkskrantcollega Martin Bril het iets treffender weet te verwoorden, bepalen dat alles wat de staat doet, per definitie atheïstisch moet zijn. En dan voeg ik er maar aan toe: inclusief haar immer toenemende prescriptieve houding naar de kerk.

Martin Bril is iemand die doorgaans stukjes schrijft die ten doel hebben om bij de lezer ‘een glimlach om de lippen te toveren’. Niets meer dan dat. Hij beheerst dat vak als geen ander, want het grootste gevaar is dat je erin doorschiet, dat de glimlach een schaterlach wordt. Dat laatste mag niet, want dan is de subtiliteit verdwenen. De schaterlach heeft hij altijd zorgvuldig weten te vermijden, maar heel soms schrijft hij een stukje dat de fase van de glimlach niet eens bereikt. Wij als lezers merken dan dat Martin iets anders op zijn lever heeft dat hij even kwijt moet. Zoals met het geval van dat atheïsme. Hij moest dat even delen zeg maar. Tegelijk heeft Martin Bril als ex-gereformeerde het heel moeilijk met het atheïsme - blijkt. Atheïsme vindt hij "al moeilijk genoeg". Hij wil daarmee maar zeggen dat andere religies wel helemaal onmogelijk moeten zijn en dus beter afgeschaft kunnen worden. Maar beste Martin, dan woon je al in de grachtengordel en nog vindt je atheïsme moeilijk. We kunnen het je echt niet veel makkelijker maken. Wat zou jou de afschaffing van de godsdiensten nu helpen als je zelfs al moeite hebt met het atheïsme in de meest atheïstische buurt van Nederland?

Het geeft iets aan van het ongelooflijke egoïsme van atheïsten: vanwege de eigen moeizame geloofsbeleving moeten alle andere godsdiensten afgeschaft worden. Maar het kan nog leuker. Een kerk zonder samenleving is een kerk zonder gelovigen. En omdat er nog steeds gelovigen in de katholieke Kerk durven te komen, moet de Kerk officieel buiten de samenleving geplaatst worden. Dat kan alleen als de samenleving van de staat is. Een samenleving zonder kerk is een atheïstische samenleving. Juist dat wat we Albanië decennialang verweten hebben en waar een enkeling destijds wellicht van gedroomd heeft, maar wat nu en masse de toestand in de westerse wereld moet gaan worden - het is echt een hype - het verbod om nog iets anders te geloven en te praktiseren dan de staat. Ieder mens behoort enkel en alleen aan de staat toe. Wat de Duitsers treffend noemen 'Zivilreligion'. Het aan de staat toegewijdde burgerdom. De staat speelt hierin als enige eigenaar van maatschappij en individu de rol van een supervaticaan; een macht die, in tegenstelling tot het echte Vaticaan, geen enkele wederstreving of andere godsdienst dan zijzelf toestaat. Integendeel, zelfs iets dat ver buiten haar grenzen in Argentinië plaatsvindt grijpt ze aan om de zoveelste interne machtsconcentratie toe te passen.

De staat komt dus de kerk binnen om het altaar door haar demonen in beslag te laten nemen. Dat gebeurt grofweg door alle zaken eerst maar eens om te draaien. Zo wordt het lijden van het Joodse volk boven het lijden van Christus geplaatst en moet de ware katholiek dus joods worden in plaats van andersom, voorts ligt het heil per definitie niet meer in de kerk want omdat de staat in de kerk de dienst uitmaakt, gaat het heil van de staat uit. En zo kan men doorgaan met de moderne omdraaiingen die aan de Kerk worden opgelegd of door de linkse gelovigen met liefde worden uitgevoerd om het Vaticaan - en dus Christus - maar te kunnen schofferen.

In Duitsland wordt de Zivilreligion een ware plaag, daar gillen de atheïsten nog steeds aan een stuk door tegen alles wat naar wierook en mijters ruikt. Angela Merkel en vele andere politici plaatsen zelfs het imago van Duitsland boven het lijden van Christus. En dan hebben we het onder andere over Christen-democraten. Hier hebben we alleen de bekende haatzaai-atheïsten als Etty, Dunk, Schreuders, Drayer, Bril en nog een paar die al de kerkhetzeblaadjes van de verschillende atheïstische en vrijzinnige parochies als NRC, Volkskrant en Trouw volschrijven. Wij kunnen vaak nog lachen om onze narren. In Duitsland hebben de idioten echter werkelijke macht. Wij proberen onze narren niet de troon te laten bestormen, alhoewel ons dat de grootste moeite kost. Maar in Duitsland zitten de narren helemaal fier op de troon en in de rechterstoel. De koning is dood, leve de idiotie! En dat staat ons ook te wachten.

Bij gebrek aan een wijze koning die het land uit de wurggreep van de narren moet halen, bezorgen ze onder meer het weekblad Junge Freiheit handenvol werk om het narrentheater op de troon te corrigeren of tegen te spreken. Het weekblad doet dat superieur, maar het levert hen tegelijk een verwijt van een reaguurder op dat ze een kerkblaadje is geworden. Een op de twee berichten zou over de kerkkwestie gaan. Onwaar maar ook bespottelijk natuurlijk; want wie zijn nu de echte kerkblaadjes in Duitsland? Waarin is nu de hetze gevoerd en wordt de hetze nog steeds gevoerd?

Dat is gebeurd vanuit de kanselarij en het parlement, op televisiezenders en in kranten als Bild, Spiegel en Stern, met onder meer een door en door corrupte en criminele journalist als Michel Friedman - een van de bekendste journalisten van Duitsland - die zegt dat de paus een ongeloofwaardige leugenaar en huichelaar is. Overal hebben de atheïstische kerkblaadjes de eigen Duitse paus door het slijk gehaald, maar zodra een - tevens niet-klerikaal - blad daar iets tegen inbrengt, wordt ze als kerkblaadje bestempelt. Het volk is inmiddels genoeg gewend aan de brullende journalisten om deze omkeringen niet alleen te slikken, maar ze ook nog te geloven. Het is een echte religie die niet alleen voortdurend gepredikt moet worden, maar ook met juridisch en politioneel geweld wordt toegepast. Jacques Pressers bekende uitspraak dat het fascisme zal terugkeren onder de naam anti-fascisme is daar volop werkelijkheid. Thomas von der Dunk wil niets liever dan het ook in Nederland realiseren.

Keren we terug naar de katholieke Kerk en haar ongelovige Thomassen. Het hele probleem heeft laten zien dat de katholieke massa's in de schulp gekropen zijn tijdens de grote hezte tegen het Vaticaan. Wat vertellen ons de echt katholieke weblogs? Afgezien van een aantal weerbare geluiden van enkelingen, begrijpen de orthodoxe websites niet waar het allemaal om gaat. Ze proberen keurig 'het misverstand' aan zowel gelovigen als ongelovigen uit te leggen, of ze hebben het over niets anders dan over de enige juiste opvoering van de H.Mis.

Die toewijding aan de H.Mis is niets meer dan terecht, want indirect stond deze mis de afgelopen weken ook ter discussie. Maar wanneer het daarbij blijft, is dit soort orthodoxie niets meer dan een verkapte protestants-ascetische beweging die onderweg is naar de hemelse stad en van de aardse stad geen heil meer verwacht. Met andere woorden: dit soort orthodoxie misacht de wereldse taak van het Vaticaan. En juist die taak staat ter discussie. De paus is Europa's laatste staatshoofd. De enige troon in Europa die nog beheerd wordt uit naam van de rechtmatige Bezitter van de hele aarde, terwijl deze rechtmatige Bezitter elders van alle tronen in het Westen en grootste deel van de wereld verstoten is. Rome is dus niet alleen van de keizer, maar meer nog van God. En de paus maakt dat duidelijk. Waar is het geloof van de katholieken? Waar is hun geloof in pauselijk gezag, in het heil dat ze de wereld te bieden heeft, tot zelfs de grootste zondaar aan toe? Waar is het geloof van de katholieken in het lijden van Christus?

Er moet nota bene een Joods-Amerikaanse rabbijn aan te pas komen die uit naam van meer dan 1000 rabbijnen het Vaticaan een hart onder de riem steekt en zijn handelswijze prijst, terwijl de paus als eerste bisschop van allen uit de eigen gelederen meer kritiek dan steun heeft ontvangen. Deze rabbijn waarschuwt zelfs zijn joodse gelovigen zich niet door links te laten ophitsen tegen het Vaticaan omdat dit hetzerige links er alleen op uit is om alle geloof te vernietigen. Deze Yehuda Levin maakt direct het verschil duidelijk tussen 'zijn' religieuze Joden en de seculiere Joden uit bijvoorbeeld Duitsland die al te kennen hebben gegeven dat er "met een traditionele Kerk geen dialoog mogelijk is." Je kunt je sowieso afvragen wat de Kerk voor dialoog moet voeren met een groep die zonder enige religieus-culturele grond zich alleen nog etnisch manifesteert in de multiculturele samenleving die ze als seculieren zelf voorstaan? Welk recht van spreken (i.c. beschuldigen) heeft deze groep naar de Kerk? In feite geven ze het zelf al toe: de Kerk moet eerst afstand doen van haar religieuze grond en een 'neutrale' (atheïstische) positie innemen, voordat er überhaupt een dialoog kan komen. En wat voor 'kerk' is dat dan nog? Niets anders dan een groep die etnisch, noch religieus bepaald is, maar alleen een gemeenschappelijk verleden deelt waar ze afstand van heeft gedaan. Een groep met een negatieve identiteit, zoals we in Nederland het voortdurend opspelend verbond kennen van getraumatiseerde atheïsten die zo'n zielige, vervelende en zware gereformeerde opvoeding hebben gehad en daarom ieder Christelijk geluid met de ergste vuilspuiterij moeten beantwoorden. Dat is de kerk waarmee deze Joodse Centrale Raad in Duitsland wil spreken: een kerk die de Verlichting (God is dood) als haar uitgangspunt neemt, eventueel verzacht met een scheutje deïsme (agnosticisme). Ze willen in feite een dialoog of gespreksclubje voor vuilspuitende mede-afvalligen.
Er kan alleen gemulticultuurd worden wanneer iedere cultuur afstand van de eigen cultuur doet. Ik zou zeggen: de Paus kan zijn dialogen beter voeren met mensen die wel grond onder de voeten hebben, zoals de orthodoxe rabbijn Yehuda Levin die tenminste doorheeft dat vrijzinnige Joden zich laten gebruiken door links en dat ook durft te zeggen. Het zal me niets verbazen als deze rabbijn zelf beschuldigd wordt van anti-semitisme.

Er zijn normale katholieken nodig die niet alleen het ongeloof of slapend geloof van hun ouders verlaten, maar die beseffen dat de redding van de H.Mis uit de handen van pastoraal medewerksters en vrijzinnige hippies precies hetzelfde is als de redding van het Vaticaan uit handen van de atheïsten. Geloof in Christus en het heil van de wereldkerk is niet beperkt tot de Wereld Jongeren Dagen, maar stoomt de orthodoxe jonge katholieken hopelijk klaar voor het werk dat hoe dan ook opgeknapt zal moeten worden: namelijk de slag om het Vaticaan die deze eeuw gestreden wordt. Thomas von der Dunk en zijn krijsende massa demonen wil de Katholieke Kerk deze eeuw het zwijgen opleggen. Dat zal het einde zijn van de laatste maar ook belangrijkste troon in de wereld: de keizer van Rome triomfeert dan over Christus. Als het aan de keizer ligt is namelijk alles van hem en niets van Christus tot de Kerk aan toe. Maar niet alleen de kerk; de hele wereld is van de Pantocrator. Een sprekend Vaticaan is - en sprekende gelovigen zijn - daarvan het getuigenis. De eerste taak die de katholieken wacht is de troon in Nederland uit de handen van de narren te bevrijden. Ook Nederland belandt in een situatie waarin voorvalletjes uit de hele wereld worden aangegrepen om hier het atheïstische utopia te realiseren. Het kost moeite om er tegenin te gaan en dat is niet met tridentijnse missen alleen te realiseren.

Lees verder...

woensdag 11 februari 2009

De stijl van het NRC Handelsblad

We hebben er inmiddels allemaal wel mee te maken gehad; de kuurtjes van de NRC. Of beter; van de redacteurtjes die de slappe boel daar terroriseren. Of het nu een geweigerde reactie betreft voor haar internetforum, of een ingestuurd (kritisch) opiniërend stukje voor in de krant zelf; van bepaalde mensen mag alles verschijnen, en van heel veel mensen niets. In die krant mag over heel veel mensen van alles geroepen worden, terwijl die mensen of groepen zich nooit mogen verweren. Er mogen heel veel – vooral dezelfde – meningen verkondigd worden, maar degenen die ze betreffen kunnen in de stront zakken. De hetze is hun belangrijkste wapen.

De NRC is het lichtend voorbeeld van het feit dat media eerder een politiek verlengstuk zijn dan een verlengstuk van het volk. Het is dan ook een zuchtend platform van onvergelijkbaar vermoeiende herhalingen van dezelfde stug volgehouden leugens, onwaarheden, aantijgingen en andere vuilspuiterij. Slavenmoraal ten top.

Dat blijkt wel nu in de NRC kennelijk besloten is om het zogenaamd ‘volkse’ Geenstijl.nl met alle mogelijke middelen te pleasen. Geenstijl dreigt een omroep te beginnen en pleegt daarmee een coup in het publieke bestel. Dus worden de belangen ineens groot voor gevestigde media en voor de mensen die belangen hebben bij gevestigde media. Want heus, Geenstijl kan alles kapot maken wanneer ze de kans er maar voor krijgen.

De Geenstijl-omroep gonst al weken door Hilversum. Correcte journalistjes en omroepbazen zetten hun huichelend gezicht op waar Rutger met zijn camera verschijnt, en vertellen doodleuk dat Hilversum een beetje bang is voor Geenstijl; dat een deel van Hilversum hen niet moet, dat ze geheid tegenwerking gaan krijgen. Inderdaad, niets meer dan een pleasende bekenning van de eigen bangigheid voor Geenstijl dat de meest gevaarlijke sentimenten van volk en plebs in zich verenigt en versterkt.

De rioollucht die al tijden rond de grachtengordel NRC hangt en de slippertjes die ze geregeld laten waaien, bieden een goede garantie op aandacht van enge populisten. En omdat NRC die aandacht niet wil wordt Geenstijl in alles de hemel in geprezen door verschillende redacteuren. NRC heeft al eens een redacteur verloren aan Wilders en wil zeker geen ruzie met nog meer populisten. Aandacht van populisten is gevaarlijk. Populisten zijn veel gevaarlijker dan conservatieven, christenen, rechtse clubjes en gewone huisvaders. Conservatieven gaan altijd naïevelijk in op de redenering en niet op het veel effectievere demagogisch geweld, Christenen horen beledigingen sowieso lijdzaam aan, rechtse mensen zijn an sich al fout en huisvaders zijn te braaf om hoe dan ook gevaarlijk te zijn. Dus weet de NRC prima tegen wie ze tekeer kunnen gaan, maar ook wiens kont ze moeten likken. En mensen als Hans Beerenkamp, Elsbeth Etty en Bas Heijne zijn daarin experts. Deze experts zoeken hun licht en vrijheid voortdurend in het achterwerk van gevaarlijke mensen. Helden zijn het om zich met gevaar voor eigen leven op deze lichtontvlambare plaatsen op te houden.

Maar daarmee kun je de NRC niet helemaal afschrijven. Het moge dan geen slijpsteen voor de geest zijn, het is wel prima papier om je eigen achterwerk mee af te vegen.

Lees verder...

woensdag 28 januari 2009

Het precedent (2) Geert Wilders

Een week na de uitspraak van het hof over Wilders is het meeste er wel over gezegd. Ook werd er her en der gerefereerd aan godslastering. Maar het artikel 147 over godslastering van opa Donner werd onlangs geschrapt door Hirsch Ballin en speelt dus niet meer mee in de zaak Wilders. Wegens godslastering veroordelen was ook haast onmogelijk vanwege het precedent dat Gerard Reve in 1966 heeft gevestigd in het Ezelproces, maar nu zowel het artikel op godslastering en dus ook het Reve-precedent van tafel zijn, ruikt de rechtbank de mogelijkheid tot een nieuw precedent op andere gronden. Met andere woorden: Wilders kon pas vervolgd worden toen het verbod op godslastering werd geschrapt. Maar het is de vraag of dit proces niet juist een nieuw en nog ongewenster precedent schept dan dat van Gerard Reve.


Het tijdperk van het verbod op godslastering heeft gek genoeg juist een ongekende hausse aan onbestrafte godslasteringen en grove beledigingen aan Kerk en Christendom met zich mee gebracht, maar op het moment dat dit verbod is afgeschaft gaat de rechterlijke macht iemand vervolgen wegens zijn beledigingen aan de Islam.
Het recht heeft de gevaarlijke mogelijkheid gekregen om burgers te veroordelen naar eigen inzicht. Het is gegrond op de mogelijkheid van het recht om naar eigen inzicht namens burgers te spreken. Want in plaats van het geschrapte artikel over godslastering, is artikel 137 juist uitgebreid. En dat gaat over het beledigen van de wezenlijke kern van een groep mensen, zoals een bijbel of koran. Iemand kan nu dus veroordeeld worden wegens het beledigen van de kern van de groepering Islamieten, terwijl de Islamieten veroordeeld kunnen worden wegens het aanhangen van die kern van hun geloof. De kern is dus heilig en strafbaar tegelijk. Men moet de 'gewelddadige' kern van het eigen geloof of de eigen identiteit ontkennen, maar een ander aanklagen wanneer hij deze ontkende kern beledigt. De Islam moet veroordeeld worden wegens zijn haatzaaiende Koran, maar zodra deze veroordeling is uitgesproken mag de rechter vervolgd worden wegens het beledigen van de Islamieten. De rechter die vervolgens deze rechter gaat veroordelen, veroordeelt ook zichzelf, omdat hij de kern van de rechters als groep veroordeelt, namelijk het recht dat hij spreekt. Zo krom kan recht zijn.

Zeventig jaar godslastering heeft bovendien geleerd dat de kern vanzelf afwezig raakt wanneer deze lang genoeg belasterd wordt. Het Christendom dat door de decennialange godslasteringen is gegaan is enkel nog een zaak van zingeving, zoeken naar God, lief zijn met Jezus en vallen in de geest – van religieuze randzaken dus. En duidelijk alleen die randzaken die tonen dat de kern compleet zoek is. Randzaken die per definitie gederailleerd zijn. Geloven is een zoektocht geworden naar iets dat niet geformuleerd mag worden. Geloven is ontsporen. Maar niet alleen de kern raakt zoek, ook alle zaken die in verband staan met de kern – die analoog aan de kern zijn – raken zoek of derailleren. Godslastering is niet alleen het belasteren van God, maar van alles dat goed is in onze samenleving: moederschap, vaderschap, gezins- en verenigingsleven. Denk aan de concrete agenda van mei ’68: de symbolische moord op de vaders heeft tot de concrete moord op het vaderschap geleid. Het opjagen van vrouwen en hun carrieres heeft tot de verdoemenis van het moederschap geleid. Al het goede en eeuwige in de zaken wordt belasterd. De kern van zowel man als vrouw, van de mens als evenbeeld van God moet tot op de grond toe afgebroken worden. Het gaat dus niet alleen over geloof. Geloof en ongeloof zijn beide ontspoord omdat het niet alleen over godslastering gaat maar over het lasteren van al het goede.

De vrijheid om te belasteren is tegenwoordig groter dan de bescherming van alle goede zaken. Vrijheid van meningsuiting is belangrijker dan de goede zaak, of de kern ervan. Dus is de vrijheid om te beledigen de enige goede zaak geworden, boven alle andere zaken die in potentie zo slecht zijn dat ze zonder ophouden belasterd en beledigd mogen worden. Maar deze vrijheid mag niet belasterd, dat wil zeggen, ingeperkt worden want ze is volgens Wilders de kern van de democratie. Gek genoeg lijkt de periode waarin het verbod op godslastering van kracht was tevens een tijdperk waarin alles belasterd mocht worden. Om God te redden mocht alles belasterd worden. En wanneer alles belasterd wordt, verdwijnt van alles de goede kant, ja zelfs de weerschijn van het heilige. Wanneer alles gelasterd mag worden behalve God, verdwijnt God vanzelf.

Het kwam bij Voltaire vandaan, de idee dat we moeten strijden voor de vrijheid van de ander om te zeggen wat hij wil. Dat is precies het punt: niet alleen de mening van de ander is heilig, maar het feit dat hij alles moet kunnen zeggen is het allerheiligste. En daar is ook voor gestreden in diverse oorlogen: zowel op het slagveld, op de radio als op de televisie. Het is een grote Heilige Oorlog op diverse terreinen geweest met als doel om het het gewortelde leven en de oude structuren kapot te maken. Sinds die tijd veranderden principes in meningen, meningen in opinies, opinies in scheldpartijen en scheldpartijen in het belasteren als lifestyle. Hoe meer er gestreden is voor de vrijheid van de tegenstanders, hoe harder de tegenstander is gaan schelden. Sinds 1968 kon iedere Berlijnse student zeggen dat zijn vader of een andere vader is onderdrukt of gestorven voor de vrijheid. Welke vrijheid? De vrijheid om zijn vader te bevuilen en belasteren. En omdat zijn vader daarvoor is gestorven, of onderdrukt en bevrijd, moet zoonlief deze vrijheid naturlijk dankbaar aangrijpen en zijn vader voortdurend vervloeken.

De uitspraak van Voltaire is dus werkelijkheid geworden maar het is de vraag of hij dit voorzien had: er ontstaat nu een maatschappij vol individuen die voortdurend diegenen lasteren en vervloeken die deze maatschappij hebben opgebouwd; de maatschappij die voorziet in de plicht tot laster. Het gaat dus niet meer om een uiterste consequentie, namelijk dat Voltaire eventueel zou willen strijden voor de meningsvrijheid van zijn tegenstander, maar het gaat erom dat de uiterste consequentie tot enige voorwaarde is gemaakt: Voltaire moet al zijn vrijheden opgeven voor die ene vrijheid. Hij geeft zijn hele leven en krijgt er de laster voor terug. Je leven geven betekent dat iedereen alle vrijheden en eigen verantwoordelijkheden en gezag moet inleveren en in zijn hele bestaan wordt ingeperkt om belasterd te kunnen worden. Om belasterd te kunnen worden, moet je alles opgeven. Vrijheid van meningsuiting mobiliseert uiteindelijk het hele bestaan en zuigt al het goede eruit tot alleen de grootste rotzooi is overgebleven. Dat is de kern van de democratie – de slavenmoraal in het kwadraat. De hardste vloeker heeft de grootste vrijheid, want vloeken en lasteren is onze enige vrijheid. Hij is de beste democraat. Dankzij de sadomasochisten die het hem mogelijk maken.

Waar is het goede in een zaak waar de plicht geldt om alles wat zweemt naar goedheid direct te belasteren? Wilders zal vrijgesproken worden, dat weet iedereen. En als hij veroordeeld zal worden (tot een kleine boete of symbolische straf), zal de publieke opinie hem vrijspreken, de weblogs brullen nu al. Maar deze vrijspraak is tevens een nieuw precedent. Want aan Reve's precedent kan niet meer gerefereerd worden. Reve’s proces legaliseerde de meest grove godslasteringen die toen al lange tijd gaande waren. Wilders proces zal iedere laster institutionaliseren als enige goede daad die een democraat kan begaan. Ook deze laster is al lange tijd gaande. Al het ‘overige goede’ dat opduikt moet gelasterd worden ter meerdere eer en glorie van het enige echte democratische goed; de vrije laster.

Het is allemaal het gevolg van een recht dat zichzelf als enig recht beschouwt. Vroeger was iedere rechtspraak geworteld in gewoonterecht, in burgerfatsoen en in volkse concensus. Het recht werd gesproken namens alle burgers en namens het impliciete 'recht uit gewoonte' waarvan de hele samenleving doortrokken was. Maar het volk en de structuren moesten kapot. Daarom heeft het recht alle rechtspraak naar zich toegetrokken, tot aan de corrrigerende tik in de opvoeding aan toe. De burger mag niet meer uit gewoonte handelen en mag zijn kinderen niet meer richten en onderrichten. Al dat goede moest kapot. Zowel het oordeel als het vooroordeel worden hem uit naam van hemzelf afgenomen. Dit recht is een paradox geworden omdat ze niet meer wortelt in en leunt op het gewoonterecht, maar de goede gewoontes keer op keer afstraft. Een recht dat zichzelf als enig recht beschouwt, is niet recht maar krom.

De beide mogelijkheden in dit proefproces zijn allebei problematisch omdat het recht problematisch is. Of men spreekt een veroordeling uit in de zaak Wilders hetgeen werkt als een boemerang waardoor het recht uiteindelijk zichzelf zal moeten veroordelen, of de rechtbank spreekt Wilders vrij en institutionaliseert alle onrecht en slechtheid als hoogste goed. Ik denk dat het recht voor zichzelf kiest en Wilders vrijspreekt of slechts symbolisch bestraft. Het probleem is niet Wilders zelf. Hij staat in een langere rij beledigers van godsdienst en andere goede zaken. Het probleem is dat het recht tot onrecht wordt omdat ze haar eigen rechtslegaliteit, namelijk het gewoonterecht ontkent en bestrijdt.

Lees verder...