zondag 4 januari 2009

Veiligheid Tot Heil des Volks

In tal van Europese landen worden de burgers overspoeld met elektronische datasystemen. In Nederland is er na een Elektronisch Kindvolgdossier (EKD), na een systeem rond de OpenbaarVervoer-chipkaart betreffende het openbaar vervoer, en na een database rond het rekeningrijden dat alle verkeersbewegingen van de burgers zal vastleggen, nu ook sprake van een EPD: een Elektronisch Patienten Dossier.


Een aantal weken geleden waren de media vol van de manier waarop de Nederlandse minister van Volksgezondheid Ab Klink zijn burgers toestond bezwaar te maken tegen het EPD, namelijk via de reguliere reclame die huis aan huis verspreid wordt. De burger krijgt een reclamefolder die men met kopie van pasoort of IDkaart terug moet sturen wil men geen gegevens in een landelijke database terugzien. Nu al horen we weinig meer van deze dwaasheid, maar maken media zich druk om het schaamhaar plus de uiterlijke kenmerken van de geslachtsorganen van de kinderen van de minister van jeugd en gezin, Andre Rouvoet, die ook in een kindvolgdossier, het EKD, moeten worden vastgelegd en door diezelfde minister is opgezet. Het gejokkebrok van de overheid en de onverschilligheid rond veiligheid met persoonsgegevens in het gros van de media ligt er weer dik boven op. De laatsten poken met regelmaat een nieuwsfeitje zo hoog op dat ze er een week later al niet meer op terug hoeven komen. Hype is over; op naar de volgende. Maar de problemen worden er niet minder op.

De zorgen rond alle dossiers waarin iedere burger in tal van opzichten geregistreerd moet worden, stapelen zich op. Iedere minister werkt wel aan een digitaal dossier voor burgers en randgroepen. Echter, toen een aantal weken geleden een alarmerende televisiedocumentaire werd uitgezonden over het kraken van creditcards door Russische maffia die de gegevens van mijn buurman voor vijf dollar op internet te koop aanbiedt, bleken er vrij weinig publieke figuren echt over na te gaan denken. Het ging namelijk over het stelen van identiteiten. En die identiteit is tegenwoordig een kwestie van nulletjes en eentjes. Nog sulliger was het optreden van de verkeersstaatssecretaris Tineke Huizinga over de OV-chipkaart. Haar dikke dossier over haar publieke onvermogen werd aangevuld met haar verzekering dat de bedrijven vaste draaiboeken hebben klaarliggen wanneer de OV-chipkaarten gekraakt worden. Het kraken en jatten van andermans gegevens staat voor haar al bijvoorbaat vast. Ze wil echter alleen toezien op ‘nauwkeurige procedures’. Dan moet ze maar eens bij de ING-bank navragen wat een bedrijf aan procedures en draaiboeken heeft wanneer persoonsgegevens gestolen worden: er is namelijk niets aan te doen en ze staan met de handen in het haar. Ze kunnen er hele afdelingen op zetten, en het de hackers en krakers bemoeilijken, maar ze kunnen mij mijn identiteit nooit garanderen, wat de klanten ook voor moois wordt voorgespiegeld. Ik heb dus liever geen enkele identiteit, maar dat mag ook weer niet van Tineke, André en Ab. Over mijzelf heb ik dus weinig te zeggen. Ik moet er een hebben, een digitale nog wel. Dan ben ik beter controleerbaar, meer vatbaar voor gerichte sturing van bovenaf en, zoals we zullen zien, beter af te persen op mijn verleden.

Het staat nu, net als met de OV chipkaart, al bijvoorbaat vast dat alle gegevens uit het EPD en EKD te koop zullen worden aangeboden door malafide organisaties uit het grijze circuit. Iedere hacker weet: alles wat een kwestie is van nulletjes en eentjes, is te kraken. En wanneer alle medische, psychiatrische en pedagogische gegevens van een persoon in een en hetzelfde dossier terecht komen wordt dat voor een bepaalde handelsgeest interessant. De organisaties uit het grijze circuit doen wat ze altijd doen: op illegale wijze aan informatie komen om deze aan belanghebbende organisaties te verkopen. Niet meer het witwassen van geld, maar het witwassen van informatie is core business geworden.

Degene die over mijn EPD beschikt of over dat van willekeurige welke andere Nederlander is machtiger dan God. Deze Laatste schrijft mijn dossier nog op basis van Eigen onderzoek, maar het EPD is samengesteld door tientallen schrijvers: hoeveel zullen er misschien in schrijven? Vier huisartsen, drie psychiaters, vijf psychotherapeuten, vier specialisten en verscheidene arts-assistenten die met hun zes studiejaren stuk voor stuk een eigen bijdrage mogen leveren aan mijn boek des levens. Daarin heeft een huisarts in opleiding of de achterdochtige kinderarts wellicht in een bijzinnetje de verdenking kindermishandeling vermeld, heeft de longarts gezegd dat mijn longen dusdanig vernield zijn en ik de zestig niet haal en heeft zelfs ooit nog een vage homeopatische arts iets aan het dossier toegevoegd waaruit blijkt dat ik waarde hecht aan alternatieve geneeswijzen en vermelden allerlei therapeuten mijn moeilijkheden met geloofskwesties, obsessies en verdere zaken waardoor ik als elektronische patiënt wel door het leven getekend zal zijn. Als ze al niet letterlijk mijn leven beschrijven in dat dossier, dan zijn hun opmerkingen wel bepalend voor de rest van mijn leven. Allerlei specialisten die mij met een paar pennenstreken voor het leven tekenen en me in allerlei risicoanalyses bijvoorbaat uitsluiten van bepaalde bedrijfsprofielen, imago’s hypotheek- en verzekeringsproducten, en een goede potentiele echtgenote, die uit loutere nieuwsgierigheid van tevoren even mijn dossier raadpleegt en subiet voor een huwelijk terugschrikt. Wie schrikt er niet als hij in hoge concentratie een verslag van alle mislukkingen en ziektes van zijn eigen leven terugleest? Het dossier bevat geen gezonde feiten noch goede daden en deugden. Het is zogezegd geen eerlijke balans, maar bevat alleen de fysieke en mentale tekortkomingen. Ik mag geen enkele fout maken en ook mijn ouders niet. Zelfs mijn nageslacht mag tegenover deze pennenlikkers geen onvertogen of onzinnig woord laten vallen want alles wordt geregistreerd. Ik had op dertienjarige leeftijd niet uit pure rebellie tegen een leerkracht mogen zeggen dat mijn moeder mij lekker puh iedere ochtend even met de zweep geeft. Ieder vermoeden mag genoteerd worden. Dit klinkt overdreven, maar het is een zeer reële verwachting.

Ik mag ook geen moeilijke puber zijn geweest want dat sluit mij wellicht uit van een opleiding aan een hoogaangeschreven University College. Alle informatie heeft wel een zekere waarde voor bepaalde organisaties. Of het nu SOA testen of antidepressiva zijn of andere genoten ‘zorg’. Wellicht is de informatie niet een probleem om ergens binnen te komen of producten aan te schaffen, maar wordt die informatie in aanvullende voorwaarden gebruikt om producten duurder te maken. Dat heet persoonlijk risicoanalyse op maat. De keuze voor een werving- en selectiebureau om zelfstandig onderzoek naar een kandidaat te doen, of een oordeel te vellen op basis van een EPD dat voor vijf dollar uit Rusland komt, is gemakkelijk. Eigen onderzoek is tig keer duurder – en beperkter.

Ik mag dus geen fouten meer maken, maar degenen die in dat dossier aan mijn levensverhaal schrijven kunnen zich elke foute inschatting permitteren, want de enige die daarop wordt aangekeken ben ik zelf. Het zal onmogelijk worden om hun fouten volledig uit mijn dossier te krijgen al wordt mij beloofd dat ik altijd mijn dossier moet kunnen inzien en bepaalde informatie moet kunnen wissen. Maar hun missers zijn nog niet eens het grootste probleem. De grootste fout van dit soort dossiers is nog dat mensen geen oprechte kansen meer krijgen omdat eerdere verprutste kansen niet vergeten kunnen worden. Het vroegere leven van trial en error (het leven met vallen en opstaan) wordt geruisloos ingewisseld voor een leven van error en remember. Het hele verleden is direct oproepbaar en wordt niet meer vervaagd in de herinnering, laat staan gewist. Dat laatste alleen per abuis natuurlijk; weg identiteit. Wie geen dossier bezit bestaat niet meer. Wie nu dus bezwaar maakt tegen het uitleveren van zijn gegevens aan het EPD, zal dat later merken: “wij konden weinig gegevens over u krijgen en dat is verdacht.” De baan, verzekering of zorg wordt wegens te weinig ‘voorinformatie’ geweigerd. Hebben ze dat dossier wel, dan wordt bij iedere nieuwe kans vorige fouten en falen als risico meegenomen. En wie faalt er nu niet? Wordt mij nog een kans aangeboden of toch maar niet? Ergens met een schone lei beginnen is er niet meer bij. Het verleden laten rusten kan niet, want altijd is er dan weer de herhaling van zaken die altijd herhaald worden en waardoor mijn leven blijft ronddraaien in een paar opmerkingen van mensen die ‘verstand’ van mijn leven hadden en die in een dossier staan, maar die ik niet meer in staat ben die te overstijgen.

Iemands levensverhaal vastleggen en daarmee zijn leven ook vooruit bestemmen vereist meer dan een studie geneeskunde, psychologie of sociologie en ook meer dan veel levenservaring. Het predestineren werd in het verleden alleen aan God overgelaten en dat moet ook maar zo blijven om nog te kunnen blijven geloven in de wilskracht van de burgers. Om gezond te kunnen handelen, is een recht op anoniem falen noodzakelijk. Het is zeker niet de bedoeling dat de staat en/of de maffia – het verschil wordt steeds vager in deze dossierwoede – een soort predestinatie-instituut wordt waarbij zij door de complexe ongrijpbaarheid waarin dossiers tot stand komen, burgers gaat uitverkiezen tot het heil van het volk of verdoemen tot de modderpoel van mislukkingen die we als volksmassa volgens hen in feite al zijn.

1 opmerking:

andre zei

het zou sympathiek zijn, om de Firma BOLS een condoleance te sturen vanwege het verlies van een van hun grote afnemers, de BOLS boy Hans van Mierlo.