zondag 1 januari 2006

NEDERLAND EXPORTLAND

bitterlemon.eu - NEDERLAND EXPORTLAND

een column, door Tom Zwitser

In de traditionele nederlandse musea wandelen Japanners, Amerikanen en inheemse 50-plussers langs de doeken met beelden die veelal
eeuwen verstild in de lijst hangen. De jongeren en "iedereen die echt met de tijd meegaat", vindt men niet in de toonzalen. Want in een kort
tijdsbestek zijn de beelden op de schilderijen onbereikbaar voor onze waarneming geworden. Ze kunnen ons slechts bereiken wanneer er
een film over ze gemaakt wordt, wanneer ze voor een recordbedrag verkocht worden, of wanneer ze om een andere reden in het nieuws
komen.

Welke kloof ligt er tussen de waarneming van nu en die van (niet eens zo heel) vroeger? De waarneming van nu is vluchtig en tegelijk een
roes. Het gaat niet meer om de herinnering en het reciteren daarvan, het gaat niet meer om de overeenstemming van wat voorbij is met
wat nu is. In tegendeel, het gaat om het ondergaan van de waarneming. De waarneming kiest elk moment voor zichzelf. Het kan zich elk
moment op wat anders richten. Ze versmelt met datgene wat ze waarneemt, maar laat dat even gemakkelijk ook weer los. De beroemde
caleidoscopische moderniteit doet zich voor, neemt me mee in een gesuggereerd geheel dat nooit een geheel is, een gefragmenteerd geheel
en is een altijd voortdurende, nooit eindigende, stroom fragmenten die uit eigen beweging nooit een begin en een einde heeft.

De schilderijen uit vroegere tijden moeten in deze molen worden opgenomen om ueberhaupt nog ervaren te kunnen worden. Ze moeten in
stukjes gehakt worden, veel delen verdwijnen, enkele blijven over en zie daar het Joodse Bruidje in onze tijd. Of; wat er van over gebleven is.
Rudi Fuchs kan niets anders meer tegen een klas allochtonen uitbrengen als "Wie naar zo’n schilderij kijkt, moet fantaseren".

Een zeer terechte opmerking wanneer we ons realiseren dat het nog stukjes zijn die overgeleverd zijn, alsof we nog maar een paar
vierkante centimeters van het doek over hebben en het geheel moeten raden. Dat is vervelend, want met de verschijnselen in onze eigen tijd
hoeven we dat niet. We hoeven niet meer te raden naar het geheel, want de stroom fragmenten neemt nooit af. Het ene fragment rond
nooit het andere af; het onderbreekt het. Maar Fuchs bedoelt dat we niks weten van het onderwerp van het schilderij, ondanks de titel. Er is
niks van bekend. Daarom kunnen we schijnbaar zelf beslissen waar het over gaat. De fantasie gebruiken.., Fuchs dacht daarmee aan te
sluiten bij een hedendaags trekje van de jeugd. Helaas. Het was saai en te lang. Hij had wel een half uur gepraat.

Wat moeten we over een paar jaar met de 50-plussers doen die cultureel willen? Eerst een uur laten floaten in een zoutbad met
rustgevende muziek leggen en hopen dat ze daarna voldoende uitgesloomd zijn om een half uur naar het Joodse Bruidje te kijken? Wordt
Rembrandt kijken een lang proces in een zorgvuldig afgewogen programma? Of geven we Rembrandt eraan? Sluiten we zowel het Rijks-,
als ook het Van Gogh- en het Kroller Mullermuseum? Het is niet dat er niemand naar wil kijken, maar niemand kan het meer. We zijn het
kijken verleerd. Wat moeten we dan nog met die nutteloze doeken die te duur zijn in het onderhoud?

De Chinese economie explodeert en binnenkort nemen Chinese miljardairs hun intrek in de Europese economische macht. Ze kopen
staatsschulden op omdat wereldmacht altijd een goede investering is voor een paar honderd jaar. China is schuldeiser geworden. Al snel in
de 21ste eeuw heeft ze de hele staatsschuld overgenomen. Al die schuldbekentenissen in de broekzak zijn toch saaier dan gedacht en binnen
een paar jaar willen ze cashen. De Nederlandse Staat realiseert zich dat ze nog enkele honderden zoniet duizenden oude doeken heeft liggen
rotten waar niemand meer naar komt kijken, maar die te duur zijn voor privecollecties van de locale miljardairs. Middels handjeklap doet
men de doeken over aan de Chinezen. Nederland is verlost van de staatschuld en de Chinezen, dolblij met de schat van duizend jaar
beschaving, keren naar huis, bouwen musea en miljoenen Aziaten vergapen zich aan Rembrandt, Vermeer en Fabritius.

Onderwijl gebruiken wij de grote gebouwen alleen nog als nuttige ruimten waar archeologen en cultuurexperts zich kunnen storten op
Chineze vazen, Zuid-amerikaanse graf-assecoires en mummies uit Egypte, die hierheen gehaald zijn in betere tijden. Of verkopen we de
musea, de grachtengordel en Volendam ook naar China omdat toch iedereen inmiddels in een beschaafd Almere, Lelystad of Zoetermeer
woont?

Hebben wij even spijt dat we destijds de Chinese Muur niet meegenomen hebben. Was een goed importproduct geweest...

Geen opmerkingen: