donderdag 7 juni 2007

CORRECTIVISME

bitterlemon.eu - Discussie democratie (1) * BL Commentaar 7 juni 2007 * Correctivisme

door Tom Zwitser

In zowel Nederland als Vlaanderen is politiek correct gedrag een ware plaag. Toch zijn er twee opmerkelijke
verschuivingen te signaleren: de Nederlandse PvdA is op zoek naar de niet-correcte witte arbeider en het van
oorsprong incorrecte Vlaams Belang wordt correcter.

Lang geleden, in de begindagen van de partijpolitiek, had iedere partij zijn incorrecte (zeer incorrect, zo niet extreem incorrecte)
achterban. Toen er nog geen buitenlanders waren om op te schelden schold men op de kapitalisten, op de roomsen, op de gereformeerden
of op de Joden, maar het meeste schold men nog op de eigen politici. Het gebruik was om dit recht in het gezicht van de politicus te doen
om daarna gewoon weer op hem te stemmen. Zelf kwam men ook uit een rooie stadswijk, paaps dorp of een gereformeerde streek. Zo
was het leven.

Afgezien van het feit dat dit begin van de partijpolitiek tekenen zijn van het verval van volksleven, en een grote stap in het proces van de
Grote Nivellering, waren politici zich enigszins bewust van de ‘manier waarop men dacht’ onder de mensen. Die mensen maakten het hen
wel duidelijk. Het spreekt voor zich dat het volk niet politiek opereert, noch de boel diplomatiek kan verwoorden, laat staan dat het
‘correct’ handelt. Het volk was het volk van alle eeuwen: het denkt en handelt primair; ter bescherming van de eigen gemeenschap, met een
gezond verstand duidelijke moraal en met een half tot redelijk vertrouwen in de eigen politici, ook al was dat het laagste beroep dat je er
was.

Niettegenstaande het vertrouwen van volk in politiek, en de grote incorrecte achterban van de partijen, is het verraad van de politiek aan
het volk groot geweest. Het is zo groot geweest dat er inmiddels volk noch volksleven meer bestaat. De kerkelijk feesten zijn gereduceerd
tot onbeperkt zuipen op koninginnedag en het volksdansen werd meehossen met Frans Bauer in Ahoy. Iedereen gelooft wel ‘iets’ ook al
koestert men enkel de overtuiging dat er echt niets is. Atheisme is nu de echte basis voor religieus besef geworden. De politiek heeft het
volk geemancipeerd. Dat wil zeggen: opgeheven.

Toch zijn de incorrecte groepen gebleven. In de jaren ‘60 tot nu doet men hen af als achterlijke Achterhoekers of rauwe arbeiders;
marginale groepen in ieder geval. Want iedereen kijkt televisie, rijdt auto of leest de krant. Het volk wordt door politiek en media dus
veronderstelt correct te zijn in denken en handelen omdat het niets anders dan correct denken krijgt voorgeschoteld. Globaal weg ging dat
zo: De partijpolitiek heeft haar hoogst incorrecte achterban omarmt, geknuffeld, de revolutie beloofd, of juist autonomie in eigen kring.
Men heeft in Kamer en krant luidkeels melding gedaan van de wensen van de achterban, maar onder de tafel pleegde men overspel: De
arbeider mocht wel in een nieuw huis wonen, maar deze werd eens per week door een wooncommissie geinspecteerd op hygiene, orde en
netheid; hij mocht wel kinderen krijgen, maar werd regelmatig gecontroleerd op juiste opvoeding en gezond eten. Bovendien moest hij zijn
kinderen voor enkele dagen in de week afstaan aan staat die ruimschoots haar gang kon gaan met de Tabula Rasa van de kindertjes. Met
andere woorden: het volk dat men representeerde werd voor geen cent vertrouwd en werd voortdurend zelf opgevoed en bijgespijkerd. Er
deugde niets aan dat volk. Het volk was te volks. En omdat alleen de stemmen tellen in een democratie en niet het volk, kon dat volk beter
direct worden afgeschaft.

Maar ook de massa die men nu geen volk meer kan noemen, blijft volkse trekjes houden. De oost-Indische doofheid van de volksopvoeders
is failliet en noodklok na noodklok wordt geluid: Scholen en de daarin zetelende pedagogen weten niet meer wat te doen met zogenaamd
onopgevoede kinderen en dito ouders, politici schrikken keer op keer van ‘extreme geluiden’ die zij ‘sinds Fortuyn’ in de samenleving en van
hun kiezers oppikken en de Hells Angels – Neerlands hoop in bange dagen – jagen de lokale politici nog eens een extra rilling over het lijf.

De PvdA incorrect?

Sinds de landelijke politiek ook qua debat is opengesteld voor incorrecte volksvertegenwoordigers lopen de oude ‘volks’partijen leeg richting
extreemlinks en –rechts. Daarop zijn nu globaal twee reacties gegeven: onder de links-intellectuele elite zijn er prominnenten die pleiten
voor een verbod op wat zij extreem-rechts noemen, maar wat in casu neerkomt op Geert Wilders. Zijn soort opvattingen mogen volgens
hen in de politieke arena niet meer gehoord worden. Anderzijds doet men in de leeggelopen PvdA aan zelfsturing door de eigen politici te
leren niet meer te schrikken van witte arbeiders die het hebben over – ik citeer – “klote-Marokkanen”.

Dat laatste is op zich een teken van hoop, terwijl de eerste reactie een doodordinaire moord op het volk zou betekenen, zoals die al twee
eeuwen aan de gang is. De PvdA zet een wijfelend herstel van de achterban in: men is op zoek naar de witte arbeider die niet-correct denkt
en spreekt. De PvdA politicus wordt een soort sadomasochistische politicus, want als er iemand de correctheid zelve is, dan is de politicus
het wel. Deze PvdA-politicus gaat zichzelf nu martelen in de confrontatie met zijn niet-correcte achterban. Uiteraard doet hij dat voor de
stemmen en de zetels, omdat de immigrantenstemmen hem die bij nader inzien toch niet kunnen leveren. En als hij die stemmen heeft, zal
het verraad aan de niet-correcte achterban opnieuw plaatsvinden. Dat is nu al duidelijk, indien niet zou de PvdA immers nog een
denkomslag moeten maken: Men moet de niet-correcte arbeidersgemeenschap gaan beschouwen als enige bron van correctheid, en men
moet zichzelf en de hele politieke sfeer beschouwen als fundamenteel niet-correct, ja, als hopeloos niet-correct.

De enige legaliteit die de politicus aan zijn werk kan verbinden is immers zijn mandaat van de kiezer. De enige legaliteit van de politiek is
de aanwezigheid van een volk. En dat betekent: het volk als enige culturele entiteit, het volk als moreel autonoom, het volk als
zelfbeschaving en tot slot het volk dat inherent aan haar wezen correct is. Of een volk wel of niet deugt is hier van geen belang. Het volk
normeert, niet de politiek. Politiek is geen noodzaak, maar betreft alleen hetgeen expliciet niet door het volk opgelost kan worden. Een
multicultuur die door de politiek is gecreerd, heeft in de ogen van het volk geen enkele legaliteit. Maar deze denkomslag zal nog even op
zich laten wachten, om niet te zeggen dat deze nooit zal plaatsvinden. Want de PvdA heeft nog niet door dat politiek geen doel op zich is en
dat de arbeider niet alleen maar stemvee is dat zijn democratische plicht behoort te doen. Wanneer de PvdA haar witte arbeiders gevonden
heeft, zal dat immers het eerste zijn waarop zij gewezen worden: doet uw plicht.

Want dat hebben we wel geleerd: met het volksmandaat werd het volk omzeep geholpen: met de stem des volks werd het volk vernietigd.
Dat zal opnieuw gebeuren wanneer de PvdA de stem van de wite arbeider weer zal hebben gekregen. Ik weet het niet: is de move van de
PvdA werkelijk hoopvoller dan die van een paar rancuneuze hoogleraren, die het liefste helemaal geen volk om zich heen hebben, maar wel
een massa van radeloze – en dus stuurbare – individuen? Wanneer de PvdA zichzelf als incorrect gaat beschouwen en haar stemmers zal
eren als de enig mogelijk correcten, zal er echt iets gewonnen zijn, al is ook dat evenwicht zeer wankel.

Vlaams Belang correct?

Opmerkelijker en interessanter is in Vlaanderen de kritiek op het VB van rechterzijde. Een van de oudste critici is Paul Belien die het
Vlaams Belang al zeker tien jaar verwijt politiek correct te worden; dat wil zeggen; foute figuren eruit gooien, rafelige randjes uit het
verkiezingsprogramma halen en meer onlangs: de accenten verschuiven van een Vlaams Nationalistische partij richting een familiepartij.
Nu heb ik tegen dat laatste in principe geen bezwaar, maar als Belien gelijk heeft, betekent het dat ook het VB zich stelselmatig van haar
militante krachten afsnijdt en partijpolitiek van bovenaf bedrijft. Het kenmerk daarvan is een partijkliek die zich naar buiten in populisme
hult, maar tegelijk interne critici de mond snoert. Het VB meent dat ‘de foute leden’ een bepaald of losstaand gedeelte binnen de partij
betreft. Alsof er een grote groep is die wel correct is en een minderheid die rellerig en fout is. In plaats van de gehele achterban serieus te
nemen, wordt de achterban van bovenaf geselecteerd. Het gaat me er niet om dat de relschoppers gehoord worden, of hun gang kunnen
gaan, maar dat er rigoureus aan de eisen van de democratie wordt voldaan.

Dat is sowiso de zwakte binnen de Vlaamse Conservatieven. Steeds wanneer het over de democratie gaat, klinkt als enig alternatief de
directe democratie: referenda etc. Nooit wordt kritiek geleverd op democratie an sich, noch wordt de democratie verworpen.
Representatieve democratie is een paradox, dat klopt, maar het getuigt van nog grotere gekte om de besturing van het volk via de politieke
sfeer weer terugvoeren op het volk. Democratie vooronderstelt de ambivalentie, de voortdurende revolte, en de enige basis van de
democratie is dat alles ter discussie staat – ook in een directe democratie. De Belgische marxistische politiek filosofe Chantal Mouffe
bevestigt dit. Volgens haar zorgen juist de principes Vrijheid & Gelijkheid, als grondprincipes voor de liberale democratie, er samen voor
dat de revolte blijft.

Nochthans is zowel maatschappelijk links als rechts het erover eens dat niet alles voortdurend ter discussie mag staan. Beiden beroepen
zich op een bepaalde traditie: links wil de verworvenheden van de maatschappij niet aan verandering bloot stellen, en rechts wil de oudere
waarden terug (die dus wel fundamenteel ter discussie gesteld zijn en intussen zijn vernietigd). De linkse dogmatiek is dus in tegenspraak
met wat links zou moeten zijn. Men mag blijkbaar wel alles ter discussie stellen, maar als iets eenmaal voorbij is, dan mag het niet meer
opnieuw meedoen. Een curieuze en kunstmatige extra regel in het tikspel van de liberale democratie: iedere waarde die getikt wordt, moet
aan de kant gaan staan en daar blijven. Het gekke is dat ze niet verdwijnen of in lucht oplossen; ze blijven aan de kant toekijken maar
mogen niet meer meedoen. Democratie is in wezen het buitenspel zetten van alle normeringen en moraal.

Het VB doet aan dit tikspel echter wel mee, wanneer zij inzet bij directe democratie. Democratie vernietigd de consensus en bevordert de
verdeeldheid, de fragmentatie en de gespletenheid van alles wat eens deel uitmaakte van hetzelfde geheel. Middels de consensus werden
alleen besluiten genomen als iedereen het ermee eens was, zoniet werd alles eenvoudig bij het oude gelaten. Consensus is de politiek van de
kleine kring. Middels consensus wordt politiek niet groter gemaakt dan nodig is; men hevelt niets over naar overkoepelende organen wat
niet nodig is en behoudt in elk opzicht de autonomie die men nu volledig kwijt is. Consensus maakt niets nodeloos politiek dat zelf opgelost
kan worden. Directe democratie moet – hoe directer het wil worden, hoe meer – juist alles politiek maken. Steeds mobiliseert zij het hele
volk om alle ditjes en datjes op politieke wijze af te handelen. Het democratisch beginsel splijt gezinnen, families, gemeenschappen,
besturen, raden en rechtzalen. Alles wordt er aan ondergeschikt gemaakt. En de staat, als boegbeeld van de democratie, heeft altijd het
laatste woord. Democratie maakt de staatsmacht groter, omdat zij de verdeeldheid van haar onderdanen bevordert. De consensus
daarentegen is oneindig directer dan directe democratie, omdat middels de consensus het volk bepaalt wat wel en niet politiek gemaakt
mag worden, terwijl in de directe democratie per definitie alles politiek gemaakt moet worden.

De Partijpolitiek

Maar dan de partijpolitiek, dat is een belangrijk, zoniet het belangrijkste gedeelte van de liberale politiek. Of er nu twee partijen zijn, of
oneindig veel, partijpolitiek staat aan de basis van de Westerse democratie. De partij is het boegbeeld van de verdeling. Ook de partij moet
democratisch bestuurd worden en de laatste partij van de Nederlanden die niet zo in elkaar stak, de SGP, is inmiddels daaraan bezweken
of bezwijkt binnenkort definitief. De democratische partij kent, net als de democratie zelf vrijwel altijd de innerlijke verdeeldheid, want de
vorm bevordert deze innerlijke verdeeldheid. De begindagen van de partijpolitiek waren anders, maar teerde toen nog op de holistische
gemeenschapsprincipes van vroeger, zoals de SGP daar ook op teerde. Nu is iedere partij verdeeld en een doel op zich geworden. Het volk
dreigt in de partijpolitiek altijd stemvee te worden.

Het volk is inmiddels geen zelfrechtvaardigend principe meer dat haar regenten mag terug fluiten. De enigen die mogen fluiten zijn de
politici zelf; in het pluche of in de auto met chauffeur. En dan is het de burger die wordt teruggefloten zodra hij iets anders uitvreet dan zijn
enige overgebleven burgerplicht (die samenvalt met zijn enige overgebleven burgerrecht): stemmen. Daarin zit een verraad aan de burger.
De burger mag zijn politici niet corrigeren, noch direct, noch indirect. Hij mag niet weerbaar zijn, men mag zich niet als volk manifesteren
en bij hem berust niet meer primair de zeggenschap over het gemeenschappelijk verweer tegen hetgeen er over het volk wordt uitgestort.
Daarvoor in de plaats is het volk iets dat vanuit de politiek gestuurd en gecorrigeerd wordt.

Als het VB dus politiek correcte dingen gaat doen en tegelijk een gezinspartij gaat worden, is de optelsom duidelijk: de kans is groot dat zij
haar gezinspolitiek laat regeren door de laatste mode die door pedagogen en therapeuten geproduceerd wordt. Het gevaar dreigt dus dat
het VB als een moraliserende gezinspartij uit de jaren ’50 toch tot progressivisme vervalt. Daaruit volgt bijna logisch dat zo’n gezinspartij
haar achterban zal willen opvoeden tot pacifistische consumenten die alleen bijeen wordt gehouden door partijleven, pedagogen en
therapeuten. Ergo: correct = correctie = progressivisme = volksvernietiging.

Correct en Correctie

Er is immers geen nauwere band gebleken dan die tussen correct en correctie. Wie correct is corrigeert de niet-correcte. Correct zijn, en
willen zijn betekent altijd de ander heropvoeden, ook al is dat een heel volk. De ander moet mee met de laatste mode van ‘juiste’
denkbeelden, de ander moet al het voorgaande als achterhaalde dommigheid beschouwen en blijkt dus derhalve een
zich-continu-verbeterend-mens te zijn. Correct zijn is zelfcorrectie en heropvoeding van de onwilligen. Dat is progressivisme in een
notendop. En heropvoeden betekent hier: men zet het volk op tegen zichzelf.

Uitsluiting van politiek incorrecten is het eerste teken van verraad van de partij aan het volk. Het betekent dat de politieke partij langzaam
een denkomslag gemaakt heeft: Niet het volk bepaalt welke problematiek politiek gemaakt wordt en welke problematiek door het volk
opgelost wordt, maar de partij bepaalt dat het volk politiek gemaakt wordt en dat in wezen het volk het probleem is. Nogmaals: het is
inherent aan de partijpolitiek. Maar nu de tegenstelling tussen de partijpolitiek en het consensusmodel duidelijk is, hoe breng je die in
eerste instantie dan bij elkaar?

Men moet in feite van de partij een paradox maken. Ok, er worden binnen een partij machtsspelletjes gespeeld. Dat kan amper vermeden
worden. Het is een gevolg van partijpolitiek die in zichzelf niet deugt. De basis van ons verderfelijke politieke systeem is confrontatie,
ambivalentie en het vermijden van iedere vaste koers. Wil een partij wel aan een vaste koers volhouden dan zal zij eigenlijk alleen qua vorm
een partij moeten zijn – naar buiten dus – maar van binnen een sluitstuk van het volksleven. Daarin is geen plaats voor moderne fratsen
als opinie, meningsuiting en oeverloze discussies of ellebogengedrag. Die creeeren namelijk het vacuum waarin het volksleven verdwijnt en
waarin de politieke partij een doel op zich wordt. Daarin tiert de verdeeldheid welig. Een vaste koers heeft geen meningen nodig, geen
opinie’s noch eeuwig gedelibereer.

Politieke partijen moeten aan het einde staan van een hele rij processen uit de gemeenschap. Net zoals de leiders niet op hun positie
aankomen als reslutaat van interne onderhandelingen en het uitspelen van agendapunten, maar als een breedgedragen consensus. De partij
mag nooit de gemeenschap organiseren. Want dat is automatisch correctie en reorganisatie. Iedere politiek die denkt het volk de wil op te
leggen in de vorm van correctie en reorganisatie is verraad aan het volk en geeft blijk van een politiek als doel op zichzelf. De politiek gaat
zichzelf beschermen en indekken. Men is bang voor eigen hachjes. De politiek (de partij) wordt een sfeer die tegengesteld is aan de
volksgemeenschap die zij vertegenwoordigt. Zij wil wel haar mandaat en haar stemmen, maar gebruikt deze altijd (echt altijd) tegen de
eenheid onder haar achterban. Een partij met een hechte achterban blijkt funest voor het politieke deel van het partijleven. Daarom hebben
vanaf het begin alle arbeiderspartijen geprobeerd als eerste de eigen arbeiders uit elkaar gaan jagen.

De contra-partij

Partijpolitiek is in wezen tegengesteld aan het volksleven en andersom blijkt het even moeilijk te zijn: de desinteresse voor politiek vanuit
een gemiddelde dorpsgemeenschap is evident en geeft al de ondeugdelijkheid aan van partijpolitiek. De relatie tussen een politieke partij en
een gezond volk is uiterst problematisch. Het volk denkt namelijk niet in partij en partijvorming. Nogmaals: vanuit een vitale gemeenschap
is politiek het laagste wat een mens kan bereiken.

Een echte en gezonde volkspartij is een contra-partij: ze is tegen individuele emancipatie, tegen vrijheid van meningsuiting en brengt het
publieke domein tot een minimum terug. Ze beschermt het holistische karakter van het volksleven en blijft tegelijk direct daarvan
afhankelijk. Ze blijft als partij tegen partijvorming. Het publieke domein mag alleen de buitenkant zijn; een houding, een masker. Van
binnen is er niets publiek, maar is alles consensus. Wanneer de consensus verdwijnt is dat een veeg teken: dan woeden interne discussies,
lobbygroepjes en machsblokken; dan worden alle volksproblemen tot politieke problemen gemaakt; dan wordt alles tot meningen
teruggebracht. Het volk wordt zoveel uit handen genomen dat het zelf niets meer mag oplossen. Wanneer de consensus verdwijnt betekent
dit dat men het volk haar volk-zijn afgenomen heeft en dat alle volkse zaken wel even politiek geregeld worden.

De PvdA in Nederland bewijst in haar rapport dat zij jarenlang, decennialang haar arbeiders verraden heeft en dus in wezen een
antisolidaire en juist kapitalistische politiek heeft bedreven. Zij heeft volksmanagment bedreven en haar arbeiders vertrapt. De modder van
de vooroorlogse arbeiderswijken blijkt nu geslempt te zijn met de arbeiders die er woonden. En nadat deze Nederlandse stadsmoerassen
gedempt zijn, is daar bovenop een politiek correcte multicultuur gebouwd die ook slechts een doel had: het volksleven vernietigen. Laat een
paar golven buitenlanders over de arbeiderswijken spoelen en het volk is uit elkaar gejaagd. De laatste arbeider in Amsterdam is inmiddels
een nomade in de woestijn. Een “klote Marrokaan” is een goed begin voor een PvdA politicus, maar er is nog niets gewonnen. In tegendeel;
het lijkt een nieuwe stap te zijn in de vernietiging van de laatste gezonde arbeiders die per ongeluk toch nog opgedoken zijn: eerste enteren
en daarna kielhalen. Helaas vaart ook het VB een soortgelijke koers, al staat zij aan het begin ervan.

Geen opmerkingen: