dinsdag 1 augustus 2006

GEUREN EN KLEUREN

bitterlemon.eu - GEUREN EN KLEUREN

een column, door Tom Zwitser

Ruiken varkens wat er in hun eigen stal gaande is? Deze vraag stelde de burgermeester van de gemeente van Ubbergen retorischer wijze
op radio 747 AM, op 18 januari om 10.11 uur in de ochtend. Het is volgens mij een wereldvraag die je op heel veel zaken zou kunnen
loslaten, maar ik zal bescheiden zijn en me ongeveer bij opmerkingen van de burgermeester houden...

Het onderwerp betrof de recente tv serie genaamd Rome. Films en series over het Romeinse rijk of andere lang verstreken rijken en era’s
zijn intrigerend. De lompen waarin de mensen lopen zijn buitengewoon esthetisch uiteen gerafeld en smerig gemaakt, de tanden van slaaf
en heer blinken in de mediterrane zon en het zweet sprankelt als Crystal Clear op de gebronsde huid van de gladiatoren. Maar die
burgermeester zei: ‘het moet er toch gestonken hebben! wij zouden er vergaan zijn van de stank.’ En inderdaad: kijkend naar die series mist
er iets: waar blijft de stank van het zweet dat er al een week niet afgewassen is, waar zijn de halfvergane lompen en de versleten
geel/bruine gebitten van zowel slaaf als heer? Waar is de stank van het echte leven? Wanneer het ‘echt’ was, zou de stank er toch vanaf te
kijken zijn...

Maar nee, de spierbundels van de gladiatoren zijn evenwichtig in de sportschool opgebouwd, voor elke spiergroep een specifiek
trainingsschema. De buikspieren zijn prachtig vormgegeven door de nieuwste Pro-Ab-Superstrong-Trainer. Al die series en films zien er zo
amerikaans uit dat men de tijd anno 122 na Christus inmiddels zo zou kunnen reconstrueren met een reclameonderbreking tussen twee
gevechten in de arena der gladiatoren. Prodent, Deospray’s en Always worden in de stoffige arena aangeprezen door verleidelijke
waternimfen. Tijdens de gevechten trekken ze door de rijen met een tafeltje voor de borst waarop de bewuste producten te grabbel liggen.
Als dat verre verleden stinkend tot ons komt, dan veranderen we dit verleden toch? Spuit er een deootje overheen en poets het op, en ook
het verleden is een nostalgisch moderne verschijning geworden. Het zoveelste Utopia.

"Zangers" Gerard Joling en Gordon die een weekendje bij een varkensboer gaan werken. Een tv-camera erbij en je hebt zogenaamde
‘prachtige televisie’. Twee klagende nichten die met een camera in de rug gedwongen worden om nietsvermoedende biggen en zeugen van
voer te voorzien en van mest te verlossen. Als ik de bewuste aflevering van enkele maanden geleden moet geloven, kwamen ze niet eens de
stal in. En om eerlijke te zijn wens ik het zelfs de varkens niet toe om door deze twee jankende, kunstmatig van hun intelligentie verloste
vetpruiken te worden verzorgd. Het enige dat ze kunnen uitbrengen is dat ze er niet opgewonden van kunnen worden.

Ruiken varkens wat er in hun eigen stal gaande is? Me dunkt dat ze het wel ruiken wanneer ze deze dubbelle illusie in hun stal op bezoek
krijgen. Me dunkt dat Ceasar, vanuit zijn graf, naar de tv-serie Rome kijkt, vol afschuw vanwege de vertoonde decadentie en zich afvraagt
of het ooit ook echt zo geweest is. Nee, beste Sjuul, je geheugen laat je niet in de steek; zo is het niet geweest. Ik kan het me in ieder geval
niet voorstellen. Het was gelukkig veel viezer, stonk veel erger, man en vrouw kusten elkaar stinkend uit hun gelende gebitten in volledige
overgave.

Goed, ook toen had men middeltjes tegen stank en dergelijke, ik overdrijf een beetje, maar toch: Ruiken varkens wat er in hun eigen stal
gaande is? Voor die varkens, de vieze stinkende mensen gold destijds ongetwijfeld: nee, amper. Tenminste, dat is de suggestie van deze
retorische vraag. En ook nu geldt dit voor de lieve decadente knuffelbiggetjes, maar dan omgekeerd; nee, voorzolang we niet
ondergespoten, gladgepoetst, steriel en verstoken van bacterien die te vuur en te zwaard en uit naam van de humaniteit bestreden moeten
worden, in onze privestalletje liggen, ruiken we totaal niet wat er gaande is. Rook ik maar wat er gaande is! Maar nee, de varkens van nu
doen hun behoefte in een hokje ergens achter twee deuren verstopt, met allerlei luchtverfrissers, als ze eruit komen, spuiten ze zichzelf weer
onder met een andere geurtje. Hun bedjes worden bedolven onder de rozegeurtjes inplaats van slaap- en zweetgeurtjes en na elk kopje
koffie wordt het bekje bij voorkeur uitgeboend en in het geval de genoemde poetsbeurt wegens omstandigheden niet kan plaatsvinden, stopt
men er een fris kauwgommetje in teneinde de collega, de levenspartner, noch oppas en nageslacht te storen met onfrisse geurtjes, maar
waar men wel de hele dag als een ... op blijft zitten smakken.

Wanneer zal iemand actie ondernemen tegen het feit dat we, ondanks alle verdreven en gemaskeerde stank, op elke gemeenplaats in de
samenleving worden geconfronteerd met de CO2 van een ander? Hoelang pikken we elkaars CO2-productie nog? Of is internet om die
reden uitgevonden? Ieder zijn eigen stal, smakkend op de kauwgom en van niemands winden last dan alleen die van jezelf: kijken, schrijven
en podcasten wat je wilt.

Geen opmerkingen: