dinsdag 19 september 2006

DE PAUSELIJKE LOGOI

BL Commentaar 19 september 2006 * Paus Benedictus XVI

door Tom Zwitser

De paus neemt de woorden van een vergeten Byzantijnse keizer in de mond, om zich er een aantal dagen later weer van
te distantiëren. "Geschrokken van rellen in Islamitische landen" legt hij uit dat niet hij de innovaties van Mohammed
als kwaad en onmenselijk beschouwt, maar dat Keizer Manuel II Paleologos zulke woorden sprak en dat deed aan het
einde van de 14e eeuw. Benedictus XVI "citeerde hem slechts" tijdens een academische toespraak in Duitsland.

Weinigen in de Islamitische wereld begrepen dit. In Europa evenzo. Le Figaro knikte instemmend mee met deze ‘academische uitspraak’:
"eindelijk spreekt de paus de waarheid". Vele kranten onthielden zich in eerste instantie van commentaar, maar komen na de
goedmakende woorden van de paus deze week wel met ferme kritiek. De algemene teneur is dat de paus een "onnodige provocatie" pleegde.
Wat is er mis met Europa dat de eigen pers massaal instemt met Islamitische ophitserij? Of had de paus zich beter zelfs niet moeten
distantieren van zijn aangehaald citaat?

Om dit citaat schopte men rellen in de Islamitische landen en reageerden islamitische leiders verontwaardigd. Geheel onjuist, zo bleek
zondag: de paus citeerde slechts. Maar een Middeleeuwse vorst citeren in een wetenschappelijk betoog is opeens slecht voor ‘de
wereldvrede’. Deze paus lijkt zich met zijn distantierende uitspraken van afgelopen zondag tot een democraat te ontpoppen, waar wij in het
begin nog dachten met een conservatief van doen te hebben. Hij vereenzelvigt zich met citaten of distantieert zich daarvan naar gelang de
wereld in beweging komt. Het moest er nog bij komen dat hij de vereiste excuses aanbiedt. Maar dat weigert hij vooralsnog.

Keizer Manuel II Paleologos

Wanneer de geschiedenis van de Paleologus-dynastie u bekend is, zult u weten dat deze keizers de laatste verdedigers van het Byzantijnse
rijk waren. In 1429 stierf Manuel II en in 1453 viel Constantinopel. Het Byzantijnse rijk omhelsde in de tijd van Manuel II nog slechts
Constantinopel en een klein gebied daaromheen, de stad Thessaloniki, en een gebied op het Griekse eiland Peloponnesos met wat kleinere
eilanden. Het Byzantijnse rijk had in de eeuwen daarvoor keer op keer land moeten afstaan aan de Ottomanen die, zoals algemeen bekend
is, hun geloof met niets anders dan het zwaard verspreid hebben. De Byzantijnen hebben kort nadien volledig het onderspit moeten delven.

De woorden van Manuel II betekenden niet dat Mohammedanen wel geweld gebruiken en Christenen niet. Zijn rijk bood, toen het moest,
weerstand aan de Ottomanen en is ook eens geplunderd door kruisvaarders. Zijn woorden betekenen eerder dat Mohammed geen andere
overredingskracht kende dan die van het zwaard en dat van de macht. Mohammeds nieuwe boodschap bleek bij nader inzien niets meer
dan kwaad en onmenselijkheid in te houden. Het geweld was voor hem primair, en niet secundair. Ook de macht was voor hem primair, en
niet de goddelijke orde die hij veinsde, maar die in feite juist Byzantium kenmerkte.

Manuel II wist uiteraard dat Christenen het zwaard veelvuldig hebben gebruikt, niet als primair middel, maar als een vanzelfsprekend
hulpmiddel buiten welke de rechtstaat nog steeds niet kan. Geweld is geen vreemd verschijnsel en het is een misplaatste Catharsis om te
denken dat geweld hier niet thuishoort. Geweld hoort bij het bestaan, maar het bestaan zelf is primair, en niet macht of geweld. In onze
postchristelijke tijd is het Westen onmiskenbaar wreder geworden zonder God en naarmate het vaker de vrede belijdt. Vooral de wrede
gevolgen van onze economische hervormingen en hulp aan de rest van de wereld, hebben miljoenen, zoniet miljarden slachtoffers gemaakt. [1]

Slachtoffers van westers militair ingrijpen na 1945 zijn in vergelijking daarmee te verwaarlozen. Technologie maakt chirugische
precisie mogelijk en ontwijkt grote slachtofferaantallen. [2] militair ingrijpen vindt nog slechts plaats in dienst van deze globale economie.
Onze postchristelijk tijd lijkt bol te staan van de redeloze machtswil onder het mom van hulp en economische hervormingen. De paus had
er beter aan gedaan niet alleen te spreken over een gewelddadige Islam, maar diezelfde machtswil linea recta te projecteren op onze
seculiere rechtstaten. Om de groei van de economie te garanderen is de staat de enige die zich legaal tot geweld wendt en dat ook
voortdurend doet. Het zou een stuk gezonder zijn als de staat niet het alleenrecht op geweld heeft, dat maakt haar burgers niet alleen
weerbaarder, maar het verheldert ook de parasitaire en vernietigende macht die de staat nu heeft.

Wanneer het er op aankomt had Manuel II weinig respect voor Mohammeds nieuwe ideeën. Iets wat de paus wel schijnt te hebben. [3]
Toch stond Manuel II wel op goede voet met zijn Ottomaanse buurman, Sultan Mehmed I die slechts 8 jaar keizer was van het gehele
Ottomaanse Rijk. De ‘harde woorden’ die Manuel II over Mohammed in de mond kan nemen terwijl hij ook een goede verstandhouding
heeft met de Ottomanen, lijken in geen verhouding te staan tot de softe woorden die de paus bezigt uit ‘wederzijds respect’ en de opnieuw
slecht gebleken verhouding die de Hoeder van het Christendom heeft met de Mohammedanen.
Respect zonder orde
Het ‘wederzijds respect’ betekent niet veel meer dan terugkrabbelen bij het eerste het beste rumoer dat uit de Arabische soekhs opklinkt,
aangezwengeld en opgezweept door de imams en de politiek. Wereldvrede blijkt een manipulatief verschijnsel te zijn, waar het maar zeer
de vraag is of daar een academische toespraak op valt af te rekenen. De Westerse pers roept met beboterd hoofd dat de paus niet galant
genoeg was. "Een strategische fout van een wereldleider."
Maar wij beseffen dat een vuurtje nog altijd aangestoken moet worden, en dat lukt doorgaans niet op afstand. Men kan nog steeds geen

Arabische soekh aansteken met de afstandsbediening van onze tv. Men moet er daarentegen naar toe om aan een knop te draaien en er een
lucifer of een ander vlammetje bij te houden. Een volk als de Arabieren komt niet vanzelf tot ontbranding, noch vanuit Regensburg, noch
vanuit Rome. Keer op keer worden deze volkeren gemobiliseerd door haar eigen leiders die inmiddels haarfijn weten hoe ze de zwakke
Westerse democratie moeten misbruiken.

Het bewijs voor Manuels stelling is inmiddels volledig geleverd: Italië heeft het persbericht afgegeven dat Islamitische groeperingen
gedreigd hebben aanslagen op de paus te plegen. Het land heeft daarom de aandacht voor de veiligheid van Zijne Heiligheid verhoogd.
Maar blijkbaar mag dit bewijs niet uitgesproken worden, omdat er anders weer volkswoede ‘ontstaat’ op andere plaatsen in de wereld. Nu
blijkt dat de interreligieuze dialoog weer op gang komt en op het scherpst van de snede gevoerd wordt.

De woorden van Manuel II, voorgelezen voor een breed academisch publiek is een heugelijk feit, want in academische kring worden dit
soort teksten al weinig meer bestudeerd. Er valt, wat betreft de academische aandacht voor de christelijk beschaving weinig goeds te
verwachten. En wanneer er aandacht voor is, blijft dit binnen een zeer beperkt gebied van ‘specialisten’. Zo zullen binnenkort alle oude
christelijke waarheden nog slechts als museumstukken toegankelijk zijn voor ‘specialisten’. Voor mensen die gestudeerd hebben, er veilig
mee om kunnen gaan en alleen publiceren voor collega-specialisten. Ondertussen vermaakt men een verdoofde volksmassa met nihilistisch
televisieamusement en journaalbeelden van een zoveelste Arabische volksoproer. Maar in plaats van onze algemene instemming bij het
gewraakte citaat raken we verdoofd door de verwarring die gezaaid wordt: de eigen intuïtie bij grote massa's is nog dezelfde als enkele
eeuwen geleden, maar nu wordt deze consequent tegengesproken en overklast door die andere ‘intuitie’; die van de media, wetenschap en
politiek. We kijken inmiddels met een biertje in de hand naar de bizar grote hoeveelheid beelden die op ons afkomen en laten ons door deze
voortdurende stroom gewillig meevoeren, onszelf vergetend.

Dat gedachten van Manuel II geen rare kronkels zijn, of conclusies van een eenzame intellectueel, blijkt uit het feit dat nog niet lang geleden
hele volkeren in Europa vanzelfsprekend zo dachten. De muzelman was niet alleen een heiden, maar stond symbool voor de concrete
dreiging aan de grenzen van het christelijk Europa en de strijd die Europa aan haar grenzen leverde. Maar nu dit Europa zelf wordt
bestuurt door barbaren die lachen om de oude waarheden, wordt de afbraak niet alleen door de Islam voltrokken, maar vooral door het
liberale Westen zelf, waarin alles gezegd mag worden zolang het maar gericht is op de afbraak van de oude instituties. [4] Omwille van de
democratie bevat de massale verontwaardiging in Arabische landen meer ‘waarheid’ dan de constateringen van een 14e en 15e eeuwse
Byzantijnse keizer van een met bruut geweld van de aardbodem verdreven rijk.

Waarom mag de paus dit niet behandelen in zijn betoog? Er zijn duizenden serieuze essays en betogen die onderscheid tussen Christendom
en Islam maken. Die dragen allemaal niet bij aan de wereldvrede en zijn allemaal ‘niet flateus voor de Islam’. Is het flateus dat de Islam
bijna uitsluitend geloofsverbreiding door het zwaard kent? Om dit tevens op het postchristelijke westen te projecteren: is het flateus dat
men ten gunste van een globalistisch economisch systeem niet alleen de eigen beschaving vernietigd of opsluit alsof het een suicidale gek is,
maar tevens elke institutie van het bestaan aan het globalistisch gewin opoffert? Wanneer de paus preekt voor eigen parochie, en dat deed
hij in Regensburg, waarom gaat het dan niet over de eigen parochie? Wij zijn voor onszelf en de wereld immers een veel groter gevaar dan
de Islam, al is de Islam een reeel gevaar.

De Heilige Liberaal-Democratische Gedachte blijkt keer op keer oneindig groter te zijn dan de landen waarin ze wordt gedacht, ja zelfs
groter dan zichzelf. Wanneer er in niet-Westerse landen oproer uitbreekt, wordt in het liberale Europa over het algemeen direct de
waarheid daarop aangepast, zoals wij al decennia achtereen gewend zijn datgene voor waar aan te nemen wat de media en wetenschappers
ons voorspiegelen en zelf van geen leven meer weten. De aanmatigende universaliteit van de democratie is een waarlijk zelfvernietigend
monster, iets waarvan minister Donner ook op de hoogte blijkt te zijn. Het lijkt alsof alle gezag van de historie en onze millennia oude
beschaving verdwenen is, omwille van de Heilige Democratie: wanneer niet-westerse volkeren besluiten dat onze oude beschaving niet
deugt, nemen wij die visie deemoedig over en we zeggen erbij dat we dat zelf eigenlijk ook wel wisten. Zo laten wij ons al enige jaren college
geven over onze beschaving door ontvlamde Mohammedanen vanuit hun soeks of banlieu's, en we laten de resten ervan opruimen door de
consequente handhaving van de democratische gedachte [4] wier status de goddelijke inmiddels verre overtroffen heeft. Er is niets zo
absoluut als de democratische gedachte, en dat ze keer op keer groter denkt te zijn dan ze is, werkt uiteindelijk zelfvernietigend.

Stervend overwinnen

De dynastie van de Paleologoi was de laatste die het Byzantijnse Rijk bestuurde. Ze waren achter elkaar keizer van een steeds kleiner
wordend rijk dat uiteindelijk volledig door de Ottomanen veroverd werd. De naam Paleologos heeft een aantal betekenissen die naar
hetzelfde verwijzen: ‘Oud Woord’, of ‘Eerste Spreker’. Men kan het ook met ‘Volkomen Spreker’ vertalen, of beter, met ‘Diegene die spreekt
vanuit het begin der tijden’. In feite verwijzen al deze betekenissen naar een en hetzelfde: de schepping met haar goddelijk woord – de
goddelijke ordening.

Het besef dat hij als keizer de hoeder van deze goddelijke ordening is, blijkt uit Manuels verstandhouding met de Ottomanen. Terwijl de
Ottomanen zich zo goed als van alle macht verzekerd hadden en over bijna alle voormalig Byzantijnse gebieden regeerden, was Mehmed I
officieel een onderdaan van de Byzantijnse keizer geworden. Dit had de diplomatie van Manuel II afgedwongen, in ruil voor oorlogshulp
aan Mehmed I die zijn broers wilde verslaan omdat dezen zich bepaalde Ottomaanse delen hadden toegeeigend. De ordening was voor
Manuel II belangrijker dan de pragmatisch machtsuitoefening al liet hij daar in zijn Dialoog met de Pers weinig van heel. Hij verwierp het
kwaad van de macht. De Paleologos, de Orde van het Eerste Woord, bleef daardoor tijdens de regering van Mehmed I van kracht over het
hele Ottomaanse rijk, al was de dagelijkse macht ervan in handen van een heidense Turk wiens zoon later verwoed doorging met het
veroveren van Byzantijnse resten waar zijn vader officieel een ondergeschikte van was. Manuel II kon niet anders dan dit voorzien hebben.

Dit was een verbijsterend antwoord van Manuel II op de eeuwen van Ottomaanse aanvallen en veroveringen op het Byzantijnse Rijk. Hij
heeft de ondergang van het Byzantijnse Rijk meegemaakt en haar totale einde voorzien, maar toen er onder de Ottomaanse prinsen
onenigheid uitbrak over de opvolging, heeft hij zich ten dienste van de ordening gesteld en deze ook over de Ottomanen afgedwongen. In
ruil voor Mehmeds trouw aan de Byzantijnse keizer, verleende Manuel II hem hulp om de legers van zijn broers te verslaan. Het lijkt op het
eerstgeboorterecht dat Jacob aan Esau afdwingt in ruil voor voedsel. Ook hier gaat het in de eerste plaats om orde en niet om macht.

Manuel II dwingt aan de Mohammedanen - die over het algemeen als de nakomelingen van Esau worden beschouwd - opnieuw die orde af,
in navolging van Jacob. Het lijkt alsof Byzantium juist vanwege haar kwetsbare gehoorzaamheid aan de goddelijke ordening ten onder
gaat aan machtsbeluste sultans, maar ze is ten onder gegaan als het Eerste Woord en niet als een betekenisloos en doods Woord.
Het is frappant dat de geschiedenis zich lijkt te herhalen. De eenheid van het bestaan treft men nog maar op kleine gebieden aan.
Belangrijke fundamenten van het bestaan zijn al prijsgegeven aan het atomaire denken en het hardnekkige erkennen van niets anders dan
slechts het individu-los-van-alles en de mobiliseerbare massa. We dreigen op te gaan in een machtig rijk, dat, met de woorden van Manuel
II Paleologos "slechts kwaad en onmenselijkheid kan innoveren". Ze wil van geen Eerste Woord weten. Wanneer er al sprake is van een
woord - een logos, dan dient dat zo snel mogelijk overvleugeld en te niet gedaan te worden door een volgende logos. Zo werkt de
democratie.

Maar een paleologos zoals die letterlijk in de dynastie van de Paleologoi behoedzaam van vader op zoon werd overgedragen en een
ordening van het bestaan weerspiegelde waarin het niet om macht gaat, een paleologos van wier primaat men zich bewust is, is
onmiddellijk een belachelijkheid zodra een vader niets meer op zijn zoon over te dragen heeft, omdat de paleologos een aardig
museumfeitje uit het begin der tijden is, maar wier gezag over de tijd zelf keer op keer lacherig wordt afgewezen. Wanneer een vader zijn
kind iets te zeggen heeft, wordt hem dat tegenwoordig voorgezegd door media, wetenschap en politiek. Maar het is even erg dat het
vaststaat dat de man die nu de hoeder van de Paleologos moet zijn, kinderloos zal sterven. Juist de Paleologos-dynastie laat zien dat het
overerven van dit Eerste Woord van levensbelang is voor het behoud van de orde.

Wanneer het gezag en de instituties geen naklank of weerschijn meer mogen zijn van Diegene die spreekt uit het begin der tijden vullen
macht en het geweld de leegte die achterblijft. Manuel II Paleologos wist dat zijn Rijk ten onder zou gaan. Toch kon hij dit rijk in haar
sterven laten overwinnen. De orde was hersteld. Bij de democratie ligt dat anders. De democratische rechtstaat heeft de neiging zichzelf
met alle middelen als enige heiligheid te beschouwen en iedere andere institutie die binnen haar machtsgebied nog bestaat of dreigt te
ontstaan, af te breken. Dat is geen orde, maar macht ten kost van alles. Het voortdurende afbreken van ontstane banden, instituties en
waarheden, mondt onherroepelijk uit in een smadelijke zelfmoord.

Dan blijft de vraag wie er eerder ten onder gaat. Byzantium ging als meerdere ten onder tegen de Ottomanen. De orde was tot het einde
toe hersteld. Nu staren wij ons weer stuk op het Islamitische gevaar, maar zien wij niet dat het rijk van de democratie een grotere
bedreiging is voor een beschaving van duizenden jaren. Wij zullen de democratie een bescheidener plaats moeten wijzen en haar herwegen,
samen met de Franse Revolutie. Wij zullen de Reformatie moeten herwegen, samen met de Verlichting. Datgene wat zich niet in de orde
van het bestaan laat scharen en wat niet de heelheid van het bestaan vooronderstelt, is kwaad en onmenselijk. Hoe nieuw en innovatief het
ook is.

Noten

[1] Men leze hiervoor het laatste deel van Het Rijk van de Schaarste, Hans Achterhuis, Baarn 1988
[2] The Network society, Manuel Castells 2001, blz. 487-488
[3] "Ik heb groot respect voor het Islamitische geloof" in: Paus neemt afstand van beledigende uitspraken 17 september 2006
[4] Het democratisch tekort door Erik van Goor, 19 september 2006
[5] Puinvolk door Erik van Goor 28 maart 2006

Geen opmerkingen: