zaterdag 16 september 2006

SLACHTOFFERSCHAP

bitterlemon.eu - SLACHTOFFERSCHAP

een column, door Tom Zwitser, 16 september 2006

Wanneer ik me echt modern wil voelen, dan zoek ik mijn slachtofferschap op, waar ik ook ben. Dat ligt altijd en overal wel klaar. Modern
zijn is deels slachtoffer zijn. Slachtoffer van systemen, reglementen, commissies van beoordelingen, of zaken ‘die nu eenmaal zo gaan’. Of
een slachtoffer van dingen ‘waar nu eenmaal niks tegen te doen is’. Op z’n minst is het slachtofferschap een parttime baan. Het is een
voortdurend ‘je neerleggen’ bij de zaken. De meeste zaken in ieder geval.

Treffen we soms iets aan waarbij we ons toch bij nader inzien niet hoeven neer te leggen, dan trekken we ook alle registers open en weren
we ons dat het een lieve deugd is. Geduchtig zelfs. U kent het wel, die mens die nergens iets te zeggen heeft (zich overal bij heeft
neergelegd), maar in volle vrijheid een gedegen visie op het onkruid wieden heeft ontwikkeld. Maar ook daar laat zich de moderne mens
kennen, want hij is vast geabonneerd op een vakblad over onkruid wieden waarin om de haveklap echte experts vertellen wat nu het geheim
van het onkruid wieden is. Het is net als kinderen opvoeden: de nieuwste methode en de hipste opvoedexpert zijn het helemaal, totdat er een
nieuwere methode nog hipper wordt en daar weer alle gezag aan wordt ontleend. Eigenlijk moet we zeggen dat we ons overal bij hebben
neergelegd. In niets vertrouwen we onszelf nog, en zeker niet in de weinige dingen die nog helemaal aan ons worden overgelaten.

Wanneer U regelmatig van mijn ESPRESSO – dat zwarte daar - geslurpt heeft, dan zult U zich misschien geërgerd hebben aan mijn
passieve en quasi ongelukkige toon. Het schijnt dat ik in elke alledaagse situatie van gemiddelde – wetenschappelijk geijkte - normaliteit
een bedreiging ervaar of een dreigend onheil zie naderen. Ik heb U de afgelopen maanden bijvoorbeeld medegedeeld dat ik last heb van
allerhande soorten lawaai, van omwonende gezinnen, van enthousiast afgespeelde muziek, U heeft kunnen lezen over overlast door
fruitvliegjes, van onfatsoen in welke vorm dan ook, last van mezelf, van de mens in het algemeen, noem maar op. Onder de futiliteiten des
levens is er geen of ik ervaar er een overdadige last door. En telkens laat ik dat weer luidruchtig weten, zonder erbij stil te staan dat ik U er
een nog grotere last mee bezorg. Zelfs deze woorden kunnen de indruk wekken dat ik opnieuw opzichtig om Uw aandacht vraag. Men kan
mij dus van enig narcisme beschuldigen, iets dat ik direct zal bekennen.

Hoe dan ook, ik zoek het slachtofferschap haast zelf op. Ik geef u in uw ergernissen over mij volmondig gelijk, want ik ben een modern en
verwend mens tegen wil en met dank en daar hoort het slachtofferschap gewoon bij. Ik kan er twee dingen mee doen. Ik kan me er, zoals ik
graag doe, over beklagen, of ik kan flink zijn. Nu, flinke mensen zijn er genoeg. Mensen die altijd heel flink proberen te zijn. Dat zijn vaak
serieuze mensen. Het leven is zwaar, het drukt zichtbaar op ze, maar ze dragen het met opgeheven hoofd maar met een vertrokken
gezicht.
Ik kan er steeds minder tegen, tegen flinke mensen. Nog even en ik ga klagen over flinke mensen. Nee, geef mij dan maar het derde soort
mensen. Ze zijn geen klagers en ze zijn ook niet flink maar lijken op een of andere manier in harmonie te zijn met het leven zelf en weten
van geen slachtofferschap. Ze nemen ten volle wat er op ze afkomt. Ze worden bijna nooit overmeesterd door schuldgevoelens naar
anderen, en zijn toch heel attent. Wanneer ze zelf in het gedrang komen, lijken ze er met een paar wonderbaarlijke kunstgrepen en lachend
onderuit te komen. Achteraf hebben ze het niet meer dan ‘spannend’ gevonden en denken er daarna niet meer over na. Ze beschikken, in
tegenstelling tot slachtoffers over een aangeboren talent tot overleven. Dit soort mensen zijn onnavolgbaar en bewonderenswaardig, in
tegenstelling tot de flinke mensen en zeker tot de klagers zoals ik. Ik begrijp niet hoe ze het doen en ben benieuwd of U dat wellicht weet.
Echte slachtoffers zouden na het overleven van een nijpende situatie gerust enkele dagen nodig hebben om bij te moeten komen, of, al
wikkend en wegend goede lessen uit het hele gebeuren proberen te trekken. Normale mensen doen dat amper.

Daarom heb ik besloten het klagen bij tijd en wijle in een geësthetiseerde vorm te gieten. Het is voor mijn gevoel nog een soort van goed te
praten geklaag. Ik doe mijn frustraties in dommige en fatalistische bewoordingen van de hand, en ervaar dan een zekere rust. Men moet
toch enigszins op fatsoenlijke wijze het eigen slachtofferschap ten toon kunnen spreiden. Weet U, er zit nog een gedachte van
ontzagwekkende diepte achter; Normaal gesproken parasiteren de frustraties op een mens. Ze storen zijn functioneren en leggen het met
een beetje succes gewoon lam. Ik parasiteer brutaalweg terug; door er een stukje over te schrijven, gebruik ik mijn frustraties voor een edel
doel, namelijk om deze aan U voor te leggen, ten behage van Uw afgrijzen. Ik misbruik mijn eigen frustraties. Ik val ze zeg maar van
achteren aan. Heel geniepig.

Dat doet ons bij het laatste argument voor het ‘klagen in het openbaar’ belanden. Want ik chanteer de frustraties ook nog eens. Dat werkt
geheel buiten het esthetiserende geharrewar om en steekt als volgt in elkaar. Wanneer er een geniepig persoon is die mij lastig valt,
waarschuw ik hem dat ik over hem in deze webkrant zal klikken. Wanneer hij bepaalde gevoeligheden bezit, houdt hij op met mij lastig te
vallen, maar doet hij dat niet dan doe ik wat mededelingen in de pers, in een poging om hem schade te berokkenen en hij alsnog ophoudt.
Het is een heel modern mechanisme. Je pakt er niet iedereen mee natuurlijk. Sommige mensen hebben niets te verliezen en staan
onverschillig tegenover alles. Weet die eens te raken, dat zal niet lukken. Maar, par example, de fruitvliegjes van de vorige keer, die heb ik
na het klikken niet meer gezien. Ik ben derhalve nog steeds een nette jongeman die een representatief appartement bewoont, dat – o
schande – afgebroken dient te worden.

Geen opmerkingen: