vrijdag 22 september 2006

EEUWIG OUD EN NIEUW

bitterlemon.eu - Essay 22 september 2006 * Oud en Nieuw

door Tom Zwitser

Het russische Oud en Nieuw is op 1 september uitermate rustig verlopen. Er zijn geen incidenten gemeld, althans, er
zijn geen direct aanwijsbare verbanden tussen nieuwsitems en het russische Oud en Nieuw. Dat komt waarschijnlijk
omdat deze oude russische jaartelling op 1 januari 1702 is ingeruild voor de westerse.

Het oude Russische Oud en Nieuw is dus al geruime tijd niet bijster veel in gebruik. Vandaar dat men geen oliebollen kon kopen op 1
september, noch dat men er lustig met vuurwerk op los geknald heeft of nieuwjaarskaarten verstuurd heeft. Het oude Russische Oud en
Nieuw is dit jaar een saaie en rustige bedoening geweest. Het is blijkbaar onopgemerkt voorbijgegleden en daarmee ook de jaarwisseling.
Wij maken in deze tijd zoveel oud en nieuws mee, dat dit oude Oud en Nieuw waarschijnlijk een beetje teveel van het goede is. We lijken wel
doorlopende Oud en Nieuwvierders te zijn geworden. Al is vieren een groot woord. We zijn er zoveel mee bezig en zeuren er zoveel over. Het
nieuwe is nog niet ingegaan, of het wordt al driftig met het oude vergeleken. Of men klaagt dat het nog niet helemaal loopt zoals het moet.
U kent dat wel. Alsof dat alles is: lopen zoals het moet...

Democratie is technocratie

Neem nu de stemmachines. Vroeger hadden wij stemhokjes en een rood potlood met een papiertje dat wachtte op het gekras. Fraude
plegen was toen nog een heel karwei. Voor een beetje geslaagde democratische coup moesten er al gauw tienduizenden mensen omgekocht
worden. Die stemmachines van nu zijn ongetwijfeld in het voordeel van de smiecht: met hooguit tien omgekochte techneuten kan men
onopgemerkt een coup plegen. Het internetstemmen schijnt nog leuker te worden. Een goede hacker kan zo zijn gang gaan. Het valt in
ieder geval eens uit te proberen. Nergens in de wereld wil een fatsoenlijke democratie weten van onze stemmachines, maar inmiddels zijn
wij er volledig in opgegaan. Machines die voor ons stemmen; we hoeven werkelijk niets meer te doen. Maar een onbemiddeld student die zo
goed als niets van het computertijdperk weet en geen middelen tot omkoping heeft, blijft ver verwijderd van het coups plegen.

De student heeft in deze tijd een andere nieuwigheid: men wil de studenten opslaan op fabrieks- en opslagterreinen. Ergens in het land had
men zeecontainers en isolatiematerialen over. Men zaagde een raam en een deur in de container, en middels de beproefde methode van het
stapelen ontstaan er studentenflats. Redelijk mobiel ook nog. Het is overal neer te zetten. De oude student was niet heel stapelbaar, de
nieuwe is dat wel. Voor deze studentenopslagflat wordt een stalen constructie neergezet van trappen en galerijen – nog net niet op wielen
maar ook heel mobiel. Met een dag werken wordt zo de hele constructie in elkaar gesleuteld. Te verwachten is dat het hele complex met
twee, drie dagen van het ene naar het andere opslagterrein kan worden geplaatst. De student behoudt zijn kamer, maar verhuist toch.

Het is ideaal. Het had eerder uitgevonden moeten worden, want ik ben de verhuisrituelen van het studentenleven inmiddels wel zat. Niet
alleen mijn eigen verhuizingen, maar ook de dagelijkse verhuizingen van medestudenten die overal maar weer naar iets beters of
goedkopers trekken. Het volk dat ervoor in de plaats komt, blijkt weer heel eigen leefstijlen mee te nemen. Het is een constant feest van
Oud en Nieuw. Van wennen en ontwennen. Maar íets, of zelfs álles gewend zíjn is uit den boze. Straks krijgt iedere student bij zijn OV
jaarkaart zijn eigen container en kan deze naar voorkeur bij willekeurig een bestaande containerflat bijzetten, wat kabels inpluggen en alles
werkt naar behoren.

Vroeger

Vroeger leefde men bij gewenning. Niet in een soort verdoving zoals nu, waar het dagelijks leven bestaat uit een rij uit te voeren reflexen en
waar verder niet al te moeilijk gedoe bij te pas moet komen. Nee vroeger leefde men anders. Men was niet zo snel verlegen met zichzelf, zat
niet 10 jaar of langer in de adolescentie om een identiteit uit te zoeken en er daarna nog lang niet mee klaar te zijn. Nee, vroeger zag je aan
bijvoorbeeld de christen niet dat hij christen was. Nu zijn er, behalve het christelijk uniform (EO-bril, bloes en casual pantalon – vormeloos
en te groot natuurlijk), ook nog vele manieren van christelijk uitdrukken. Werkgroepen, evangelisaties, betrokken zijn met alles, Een kind
in Tanzania adopteren, christelijke polletiek, noemt U maar op.

Maar vroeger? Nee, een man was een man en een vrouw was een vrouw. Daarmee had je het ook wel gehad. Is dat simpel? Nee, dat is
waarachtig niet simpel. Want vroeger beschikte men bijvoorbeeld over kennis, nu beschikt men over informatie. En dan alleen nog over
informatie die vertelt hoe je andere informatie op de ene plek kunt vinden en op een andere plek kunt krijgen.

Kennis en informatie

Vroeger wist de ongeschoolde slager beter uit te leggen wat er in de wereld aan de hand was dan iemand die nu 20 jaar fulltime onderwijs
heeft genoten. Dat werd hem niet voorgezegd door politiek, media en wetenschap, noch door de dominee. Dit soort mensen napraten
kenmerkt juist de Nieuwe tijd. Als het in deze tijd al van een poging tot verklaren en inzicht tonen komt, dan citeert men iemand anders, bij
wie men ‘zich over het algemeen wel kan vinden, maar ook wel enige kritische punten heeft’. Nu zegt een rijke, universitair onderwezen
vijftiger rustig dat we uiteindelijk toch slechts bundels energie zijn en energie – dat weten we immers – gaat van hot naar her. Met andere
woorden: hij geniet van zijn vrije tijd en vermaak, zijn lange vakanties in Portugal met een krat energieblikjes naast hem op de veranda, en
maakt zich om weinig andere dingen druk. Het is allemaal slechts energie.

Hij is, met andere woorden, helemaal het spoor bijster en kan de nieuwste wetenschappelijke ideeen over de wereld niet meer bijbenen.
Maar een ding troost hem: de helpdeskmedewerkster kan dat ook niet meer. Zij kunnen niet meer uitleggen hoe de wereld in elkaar steekt.
En omdat bijna niemand dat meer kan, vergeten zij beiden hun domheid. Hem vragen wat dan nu precies materie of energie is, is niet aan
te raden. Dan vervalt zijn wereldbeeld, of zal zich met een volgende platte redenering tevreden stellen. Maar materie is nog steeds een
raadsel, en dat geldt ook voor energie. Wat is het?

Wanneer de helpdeskmedewerkster uiteindelijk wil weten wat die informatie precies inhoudt die ze opzoekt, verstuurt en invoert, dan
wordt haar verteld dat het een hele stapel nullen en enen is. Valt er meer van informatie zeggen? Nee. Geen wonder dat die rijke vijftiger
graag wil geloven dat hij alleen maar energie is, dat, tot zijn bevrediging ook gezien kan worden als pakketjes. Of iets anders, het maakt
eigenlijk niet uit. Pakketjes energie, pakketjes data. Het zet ons in beweging en bedient onze reflexen.

Inmiddels kan zonder veel omwegen vastgesteld worden dat het onderwijs zelf het probleem is. We hebben ons honderd jaar lang een
worst laten voorhouden dat (verplicht) onderwijs de wereld zou verbeteren, maar de welvaart ten spijt, het onderwijs heeft ons een
collectieve domheid bezorgd. Domheid, onverschilligheid en het napraten van specialisten maken van de echte vakman een steeds grotere
zeldzaamheid. Onderwijs en vakmanschap verdragen elkaar niet. En tot nu toe gaat dat ten koste van de vakman.

Het Bildungsideal hangt nog als een grote schim tussen de grote onderwijsmanie van nu en het vakmanschap van vroeger in. Bildung is
niets meer dan de decadente behaagzucht van de Nouveau Riche uit de 18e en 19e eeuw, van de bourgeoisie die dacht middels een apparaat
van kopieerbare manieren, klassieke citaten en achteloze omgang met geld een klasse hoger op te schuiven in de menselijke hiërarchie en
pardoes tot in de elite te geraken. Uit deze decadentie is de onderwijsplicht voortgekomen, want wanneer rijke burgers deze decadente
vorm van eruditie konden bereiken, dan moest dat ook voor de arbeider bereikbaar zijn. Heel vreemd is dit niet, want het echte
vakmanschap was ook de arbeider vreemd geworden. Onderwijs hangt nauw samen met een verlies aan vakmanschap en opkomende
decadentie.

Verklaren versus instrueren

Vroeger was kennis niet iets dat voorschreef hoe iets wanneer moest gebeuren, maar behelsde een continu proces van slijpen en beheersen
van de vaardigheden en inzichten. Vaardigheden zoals de slager ze had vooronderstellen bijvoorbeeld een eenheid van lichaam en geest: de
gedetailleerde kennis van vleessoorten en hun complexe karakteristieken wist de slager om te zetten in een vaardige hand en een ‘goed
mes’. Thuis aan tafel konden de klanten zijn vakmanschap roemen. [1]

Deze onvaardig geworden hand ligt nu op een helpdesk en typt hooguit wat data in een computer die doorgebeld worden door een klant
met een probleem. Alle vaardigheid is omgezet in de toetsenbord reflex van 200 aanslagen per minuut en de prestatie om 8 uur per dag
naar een beeldscherm te kijken waar alles wat je ziet, geen schim is van wat het lijkt te zijn. Het is een zelfinstruerend systeem, dat vraagt
om instructies. Maar deze vraag is zelf eigenlijk al een instructie. Alles draait om instructies: geïnstrueerd worden om instructies te geven.
Dit zelfvoorzienend systeem draait om deterministisch gedrag en maakt van de mens een gedetermineerd wezen.

Ook hier is er Oud en Nieuw aan de gang. Het lijkt er op dat men juist in die "achterlijke oude tijd van ongeschoolde christelijke
jaknikkers" meer wil bezat dan nu. Nu wil men niets anders dan datgene wat het netwerk van hen vraagt. Men denkt vrij te zijn, men denkt
instructies te geven, maar wordt daartoe geïnstrueerd. Dat is deterministisch denken. Het leven middels reflexen geeft de illusie van een
vrije wil en "helemaal jezelf zijn", maar die ervaring kan er slechts zijn omdat men helemaal geen remmingen meer ervaart wanneer het
leven door reflexen geleefd wordt. In feite kan men niets meer. Wat kan men nog? Buiten de reflexen toch helemaal niets? [2] Wanneer
men bepaalde gebieden van het leven niet meer reflexmatig kan bedienen, ziet men ervan af. De liefde, opleiding, werk, reizen en feesten:
het moet allemaal in de verdoving van de reflex uitgevoerd kunnen worden en zo niet, dan laat men het, want dan "kan men het niet meer".

Stapelen maar

Tegenwoordig wil men ook de gevangene overzetten naar het atomaire model van het stapelen. De overgang van de aloude gevangenissen
naar stapelbare gevangenissen, is met een heus vuurwerk gevierd. Het is wat uit de hand gelopen, maar we hebben een feest gehad dat nog
steeds nagalmt in politiek en media. Er lopen zelfs wat onderzoeken die willen weten of er ook brandgevaar was.

Tussen de student en de gevangene is weinig verschil. De student is iemand die opgeleid wordt in het effectief stapelen en sturen van data.
De student is zelf een stapelbare unitbewoner en de gevangene ook. De gevangene wordt ten eerste kwalijk genomen dat hij niet stapelbaar
en stuurbaar is geweest, en vervolgens leert men hem hoe hij zich op een spontane manier de kunst van het stapelen eigen kan maken en zo
weer juist in de samenleving kan functioneren. De ontgroeningsfeesten van de student kunnen dodelijk zijn, de Oud en Nieuw feesten van
gevangene blijkbaar ook. De gevangene die niet zomaar aan zijn nieuwe leven als stapelbare unit kan wennen, mag er een sigaretje bij
opsteken. We hebben inmiddels begrepen dat de desastreuze gevolgen slechts voor rekening van het huis zijn. Ministers, directeuren en
bewakers vliegen eruit, maar met de gevangene wordt barmhartig geduld betracht.

De rijke vijftiger is een stapeltje energiepakketjes die zich uiteindelijk weinig zorgen meer maakt over het gerommel op het wereldtoneel,
want dat heb je nu eenmaal met energie. Zo werkt dat gewoon. En de bejaarden; daar zijn inmiddels ook oplossingen voor. Een
containerwoongroep, waarvan de luchtvoorziening werkt op atoomklokken. We zijn inmiddels erg bedreven in de opslag van bejaarden en
zorg op maat. De bewoning kan alleen nog veel effectiever. Het is nog veel te... ehm, menselijk ja. Dus nu zullen binnenkort, na de
studenten, gevangenen en illegale chinezen ook de bejaarden de container ingaan.

Geheel zonder vuurwerk, in bejaardenstijl, overlijden er op de eerste de beste winternacht 113 bejaarden in hun slaap. De airco was nog
afgestemd op studenten die alleen gewend waren aan alcoholische verwarming en verhitte feestjes. Die dingen draaien bij de meeste
studenten in de winter gewoon door. Maar airco's zijn dodelijk voor 80-plussers. Ach, we zijn allemaal containerbewoners geworden. Een
pakketje energie in een unit van geschakelde containers. Het lijkt allemaal net wetenschap. Dat is ook stapelen met units, atomen en
citaten. Als het maar loopt zoals het moet.

Noten

[1] Ambacht houdt zichzelf in stand. De grens tussen ambacht en automatisering is vrij duidelijk te omschrijven, maar ook vrij makkelijk
te overschrijden. Voor wie iets van ambacht wil weten, kan de volgende link eens doorlezen. Wat is Ambacht?
[2] Aan te raden om te lezen over het ontstaan van de reflex als moderne "vaardigheid" en in samenhang met informatie en
massabeweging - de stapelbaarheid van de mens tot massa: De Reflex, J. H. van den Berg, Nijkerk 1973

Geen opmerkingen: